Grote Israelische (lucht)aanval op Jenin: acht doden, 50 gewonden, forse schade

Het Israelische leger en de luchtmacht hebben maandag voor het aanbreken van de dag een grootschalige aanval ingezet tegen het vluchtelingenkamp Jenin. Er werden meer dan 20 raketten afgeschoten op verscheidene doelen, waaronder een gebouw dat volgens de Israeli’s werd gebruikt als een ”commandocentrum” waar aanvallen op Israelische doelen zouden worden beraamd. Er werden straaljagers, drones en helikopters ingezet. Vervolgens werd het kamp bestormd door grote aantallen commando-eenheden.

De aanval duurt nog voort. Tot dusver zijn acht doden gemeld en ruim 50 gewonden, van wie tenminste 10 in ernstige staat. Het aantal zal echter zeker nog stijgen. De Israeli’s hebben toegang tot het kamp afgesloten, en ambulances en hulpverleners wordt de toegang geweigerd. Het is op die manier onmogelijk alle getroffen plaatsen te bereiken en gewonden te evacueren.

Zware C-9 bulldozers zijn intussen bezig de wegen in het kamp om te ploegen. Ook worden huizen afgebroken om de toegang voor de troepen te vergemakkelijken, Een moskee aan de ingang van het kamp is vernietigd. De huizen van de families Shalabi en Natour werden eveneens vernietigd, nadat er al raketten op waren afgeschoten, veel omringende huizen liepen schade op. Een groot aantal auto’s werd op deze manier ook verpulverd. Aan de buitenzijde van het kamp zijn gepantserde zogenoemde APC’s (armoured personnel carriers) zichtbaar. Ook in diverse omringende dorpen zijn militaire versterkingen geposteerd.

Volgens het Palestijnse ministerie van Gezondheid zijn de namen van vier van de omgekomen Palestijnen Samih Firas Abu al-Wafa, Aws Hanin Hanoun, Husam Mohammed Abu Dheeba, en Noureddin Hussam Marshoud. De eerste drie werden in de borst geschoten, de vierde in het hoofd. Eén van hen zou 16 jaar oud zijn. Drie anderen zijn het gevolg van luchtaanvallen. Op tal van plaatsen werden demonstraties gehouden uit sympathie met de mensen in Jenin, waaronder het Askar-kamp bij Nablus en het Deheishe-kamp bij Bethlehem. Een colonne auto’s vertrok uit Ramallah maar daarbij ontstond een treffen met militairen. Bij de ingang van El-Bireh werd de 21-jarige Mohammed Imad Hassanein gedood met een schot in het hoofd. Hij was een inwoner van Deir al-Balah in de Gazastrook die met zijn gezin tijdelijk in Ramallah woonde. Zijn vader is een inlichtingenofficier van de Palestijnse Autoriteit. Hij studeerde aan de militaire Istiqlal-universiteit.

De militaire aanpak doet sterk denken aan de manier waarop Israel al sinds 2008-2009 heeft huisgehouden in Gaza. De vrees van sommigen (waaronder ikzelf) dat deze ultra-rechtse regering haar toevlucht tot deze praktijken zou nemen bij gebrek aan mogelijkheden de Palestijnen over de grens te zetten, lijkt zo bewerkelijkt. De kant van Ben Gvir en Smotrich is er duidelijk in geslaagd de militairen over de streep te trekken. De krant Haaretz meldt dat tot deze militaire operatie al tien dagen geleden was besloten, maar dat men tot het einde van het islamitische Eid al-Adha-feest heeft gewacht met hem uit te voeren. De Verenigde Staten, meldt de krant eveneens, waren van tevoren geïnformeerd. Daarmee zou Amerika (opnieuw) medeplichtig zijn aan ernstige schendingen  van de verplichtingen die op Israel rusten om de bezette bevolking te beschermen.

Jordanië en Egypte hebben de voortdurende aanvallen op Palestijnse steden scherp veroordeeld. Jordanië doet een beroep op de internationale gemeenschap om onmiddellijk in actie te komen.   Egypte zegt dat  het excessieve en blinde gebruik van geweld steeds leidt tot veel slachtoffers en de pogingen bemoeilijkt van Egypte en zijn regionale  partners om te proberen de spanningen in de bezette gebieden te verminderen. Beide landen wijzen erop dat het in flagrante tegenspraak is met het internationale recht, en meer in het bijzonder met de internationale humanitaire wetten die Israel duidelijke  verplichtingen opleggen als bezettende macht.

– Uitgelichte afbeelding: videostill