‘Gevaarlijk’ Rusland vraagt om een EU-leger

Rutte III heeft ambitieuze plannen ten aanzien van de strijdkrachten. Binnen zes jaar moet het budget voor defensie verdubbeld zijn. Zo luidt het in het programma van ‘Investeren in onze mensen, slagkracht en zichtbaarheid’ dat de regering eind maart heeft gepresenteerd. De gevechtskracht van dit leger is van secundair belang – daarover later meer – het gaat om de 2 procent van het BBP voor de krijgsmacht. Hoewel Rutte alle politieke oppositie gewoon uitlacht, is de creatie van een vijand niettemin nodig. De hoge defensie-uitgaven moeten tenslotte een blijvertje zijn in de toekomst. Na lange tijd brainstormen, onder andere door Jeroen van der Veer, ex-topman van Shell, blijkt de oude bekende Rusland toch de meest geschikte boeman.

Zo komt de winst van Donald Trump in de Amerikaanse verkiezingen door toedoen van Rusland. Hoe anders is het mogelijk dat de protegé van het internationale neoliberalisme Hillary Clinton verloor van een opportunistische populist? Inmiddels is de hetze tegen Rusland goed op stoom gekomen. Niet dat het enorme land een voorbeeld van democratie is, zeker niet, maar juist daarom is zijn invloed beperkt, heeft het slechts aantrekkingskracht op bepaalde extreemrechtse kringen. Daarnaast heeft Glenn Greenwald recentelijk nog eens de mythe van het ‘grote’ effect van eventuele Russische bemoeienis op de verkiezingen in de VS de vernieling in geanalyseerd. Zijn hoofdargument luidt dat als je de de context beschouwt waarin Hillary Clinton een miljard dollar in haar campagne stopte en Donald Trump ongeveer de helft tot twee derde van dat bedrag besteedde, eventuele Russische beïnvloeding hoogstens een miezerige, nauwelijks te detecteren fractie van die bedragen zou inhouden. Ondanks het gebrek aan kracht van dit argument wordt Rusland in de MSM als zeer gevaarlijk weggezet. Tot nog toe slaagt deze hetze redelijk. Maar nooit mag je denken dat je de beer voorgoed onder schot hebt. Denk een stap vooruit, is het devies.

Liberale econoom Paul De Grauwe doet daartoe sluw een duit in de zak. Zijn argumentatie zal ongetwijfeld navolging krijgen. Daarbij besteedt hij aandacht aan de gevechtskracht zodat wat vooralsnog van secundair belang is, ook inhoud krijgt. Rusland is economisch zwak, stelt hij onomwonden. Maar militair is het sterk. Die militaire kracht is zelfs buitenproportioneel als je de bedragen beziet die de Europese NAVO-landen aan defensie besteden. Duitsland en Frankrijk samen geven 90 miljard dollar aan defensie uit tegenover 61 miljard dollar door Rusland, of circa 50 procent meer. De verhoudingen zijn uit balans. In zo’n geval zetten budgetverhogingen door EU-landen weinig zoden aan de dijk. De oorzaak van de relatieve zwakte van het Europese deel van de NAVO is haar verdeeldheid. De EU-lidstaten voelen zich onder de Amerikaanse paraplu vrij om ieder hun nationale voorkeuren – bepaald door de eigen lobbygroepen – uit te leven. Als daarentegen alleen al Frankrijk en Duitsland hun militaire capaciteit zouden samenvoegen, zouden ze de zogenaamde Russische dreiging gemakkelijk aankunnen zonder meer uit te geven. Sluw is hier het argument van een rem op uitgaven en toch een grotere militaire kracht. Van samenvoeging van de Franse en Duitse defensie is het een kleine stap om te pleiten voor een EU-leger. Frankrijk en Duitsland zijn de motor van de EU, te meer geldt dat op het gebied van defensie.

Maar wie controleert een EU-krijgsmacht? De EU kent een democratisch tekort. Het Europees Parlement heeft slechts beperkte zeggenschap. In de huidige constellatie van de EU zal het nooit een Europees leger kunnen controleren. Dat wordt nog sterker een speeltje van imperialistische belangen dan de afzonderlijke legers van Europese NAVO-landen nu zijn. En de afzonderlijke EU-lidstaten mogen dan dokken voor de imperialistische ambities zonder dat de nationale parlementen veel kunnen tegensputteren.