Gaat de PvdD zich distantiëren van Van Lammeren die Simons toebrieste dat ze “nederig” moet zijn?

Het welzijn van dieren – zeker van dieren in de bio-industrie – gaat me aan het hart. Al bijna 15 jaar eet ik principieel veganistisch. Ik ben er van overtuigd dat klimaatverandering één van de belangrijkste politieke thema’s van dit moment is. Hoewel ik nooit groot voorstander ben geweest van de parlementaire weg om dingen te veranderen, heb ik mijn principiële weigering om te stemmen lang geleden al laten varen (niet-stemmen had, in mijn beleving, in ieder geval niet veel meer zin dan wél stemmen – zeker niet in tijden van een groeiende extreem-rechtse dreiging). Dus was ik van plan om dit jaar voor de provinciale verkiezingen dan maar eens op de Partij voor de Dieren te stemmen. Dierenwelzijn, ecologie, megastallen, openbaar vervoer, energievoorziening etc. zijn nu eenmaal typisch provinciale thema’s – en op dat vlak zit je bij de PvdD vaak het beste.

Maar ik ga mijn voorlopige keuze nu toch heroverwegen. De directe aanleiding is het optreden van Johnas van Lammeren, fractievoorzitter van de PvdD in de Amsterdamse gemeenteraad. Het gebeurde in een debat over een recent incident, waarbij de politie naar verluidt 21 keer op een verdachte had geschoten. Die jongen was overleden, en een omstander was in zijn been geraakt. Sylvana Simons had een debat in de gemeenteraad geïnitieerd, omdat zij zich zorgen maakt over het gebruik van geweld door de Amsterdamse politie. Simons benadrukte dat dit met name voor jongeren van kleur een reële bedreiging kan vormen, omdat zij bovengemiddeld vaak te maken krijgen met bevooroordeelde politie en etnische profilering.

Voor Simons’ collega’s in de Amsterdamse raad was het een uitgelezen kans om puntjes te scoren – een kans die zelfs de meeste ‘linkse’ partijen niet rechts lieten liggen. Maar het meest stuitend was toch wel de reactie van Van Lammeren, die Simons het volgende vanachter het spreekgestoelte toebrieste: “U moet zich gewoon schamen. Het zou u echt sieren als u nu gaat zitten en u nederig gedraagt!”

Nu kan je van Simons en haar optreden in dezen zeggen wat je wilt (zelf had ze al toegegeven dat zij zich in eerste instantie misschien wat te scherp had uitgedrukt – volgens mij valt dat overigens reuze mee). Maar een witte man die een vrouwelijke volksvertegenwoordiger van kleur toeschreeuwt dat ze zich “nederig” dient te gedragen omdat ze het wáágt om een paar scherpe, kritische vragen te stellen over dodelijk politie-optreden – sorry, maar dat kan écht niet. Zo iemand laat op z’n minst zien dat hij over zaken als racisme, seksisme, én ‘vrijheid van meningsuiting’ (een vaak misbruikte term, vandaag de dag) verdomd weinig begrepen heeft.

Natuurlijk heeft dit incident op het eerste gezicht vrij weinig te maken heeft met de aanleg van megastallen of ecoducten in Gelderland. Waarom zou het optreden van deze lokale PvdD-leider mijn stem bij de provinciale verkiezingen dan moeten beïnvloeden?

Maar dit is niet de eerste keer dat ik twijfel aan de credentials van deze partij – in het bijzonder waar het op (anti-)racisme, islamofobie en verwante thema’s aankomt. De islamofobe rechtsfilosoof Paul Cliteur stond ooit als lijstduwer op hun lijst. In het debat over ritueel slachten liet de PvdD zich naar mijn mening wel ál te gemakkelijk voor het PVV-karretje spannen. Daar komt bij dat partij-ideoloog Ewald Engelen al jarenlang liever polemiseert tegen iedere vorm van “identiteitspolitiek” dan samen tegen rechts op te trekken. Hoewel de groene agenda van de PvdD op geen enkel vlak onverenigbaar is met een offensief tegen racisme en het patriarchaat (integendeel!) doet Engelen de laatste jaren wel érg hard zijn best om de anti-racisme beweging te delegitimeren. In het beste geval suggereert dit alles dat de PvdD – zodra het een keer niet primair om klimaat/milieu of dierenrechten gaat – een weinig consistent beleid of visie heeft. En dat is kwalijk, want ook racisme is wat mij betreft één van de meest prangende politieke thema’s van dit moment.

Ik ga niet stemmen op een partij die straks wel eens een sleutelrol zou kunnen vervullen in de Eerste Kamer, zolang die partij geen consistente visie heeft op het vlak van (anti-)racisme. Op een partij die het niet nodig vindt om zich te distantiëren wanneer één van haar meest prominente lokale politici een vrouw van kleur toeschreeuwt dat ze zich “nederig” dient te gedragen.

Dus PvdD: laat zien dat je niet alleen voor dierenrechten, maar ook voor menswaardigheid staat. Spreek je uit tegen Van Lammerens onbetamelijke optreden. Anders ben je in ieder geval vast één stem kwijt.

– Mathijs van de Sande, oorspronkelijk verschenen op Doorbraak
Als Krapuulredacteur en lid van bijna het eerste uur van de Partij voor de Dieren teken ik hierbij mijn ontsteltenis over het optreden van Van Lammeren aan. Een partij die compassie als eerste punt in het vaandel voert kan dit niet door de vingers zien. – AJvdK