Diversiteit bevordert democratie

Democratie is meer dan stemmen waarbij de meerderheid beslist. Zo’n simpel meerderheidssysteem zou een vorm van populisme inhouden: er gebeurt wat een toevallige meerderheid op een bepaald moment wil.

Daarentegen is democratie een complex stelsel van ‘checks and balances’, van evenwicht. Een snel opkomende hype kan niet zomaar als basis voor beleid dienen. Uiteindelijk beslist een meerderheid wel. Maar in belangrijke en principiële zaken kunnen er jaren overheen gaan, voordat er effectief een verandering optreedt. Tot verdriet van velen wellicht, maar het beschermt tegen willekeur. Would-be dictator VVD’er Stef Blok vindt het bijvoorbeeld vreselijk dat Nederland het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft ondertekend. Het verdrag beschermt in Nederland verblijvende mensen teveel volgens hem.

Over een goede vorm van democratie is de discussie nog lang niet gelopen. Zeker behoort ook bescherming van minderheden ertoe. Opnieuw in het kader van de mensenrechten: de kleinste minderheid is het individu en dat individu heeft een minimale set van rechten. Die rechten staan evenwel steeds onder druk, zoals uit het voorbeeld van Stef Blok reeds bleek. Een ander voorbeeld is het minarettenverbod in Zwitserland. Het Alpenland is overigens een wat onderontwikkeld land qua democratie. Het algemeen kiesrecht in alle kantons van het land werd pas in 1991 – na de val van de Muur! – gerealiseerd. En er bestaat een uitgewerkte vorm van populisme via referendumwetgeving. Het minarettenverbod betekende een sterke inperking van de godsdienstvrijheid, waarbij een ieder het recht heeft hetzij alleen, hetzij met anderen zijn godsdienst te belijden door onder meer de praktische toepassing ervan (m.a.w. de beleving ervan in daartoe geëigende religieuze gebouwen met bijbehoren).

Je wilt als democraat structuren creëren waarin democratie min of meer vanzelfsprekend gewaarborgd is. Dat kan door diversiteit. Ik zal niet zo ver gaan als de 19e-eeuwse liberale filosoof John Stuart Mill. Die schreef een boekje over vrijheid, dat hij als titel simpelweg ‘On Liberty’ meegaf. Daarin stelde hij dat diversiteit de welvaart en ontwikkeling bevordert. Hij vroeg zich af waarom de vooruitgang in China was gestagneerd in vergelijking met die in Europa. Als antwoord bedacht hij dat Europa een grote verscheidenheid kende, terwijl in China een rigide, onvrij regime heerste. Door de confrontatie van verschillende culturen in Europa kwamen de meest vruchtbare ideeën boven drijven. Hoewel Mills opvatting dubieus is, valt na te gaan dat iedere dictatuur gruwelt van diversiteit en dat variëteit derhalve sowieso een groot pre is. In het gelid marcherende soldaten symboliseren bij uitstek het totalitarisme.

Rechts gebruikt graag termen als ‘volk’, ‘natie’, ‘eigenheid’ of ‘identiteit’. Een suggestie is daarbij dat de natie of het volk toch een eenheid vormt en dat de ‘kleine’ onderlinge verschillen in het niet vallen ten opzichte van de eigenheid of eigen identiteit. Vreemden dienen zich 100 procent aan te passen – waaraan is onduidelijk – en als ze dat niet doen, is oprotten de enige optie.

Een politieke structuur met veel verschillende groepen moet voorzichtig opereren. Steeds zal prudent gelaveerd moeten worden om minderheden niet in de verdrukking te doen komen. De EU bergt de verscheidenheid in zich. Niet verwonderlijk is dat een democratieschuwe partij als de PVV er niets in ziet. De EU ontbeert vanzelfsprekende meerderheden. De Duitsers vormen een aanzienlijke minderheid met ruim 20 procent, maar het blijft een minderheid. Probleempje van de EU is dat zij nog steeds een onvolgroeide democratie is. Het Europees Parlement heeft over de belangrijkste zaken, over de economische aanpassingen, niets te zeggen. Wil de diversiteit van de unie voor iedereen tot voordeel strekken, dan moet de EU verder democratiseren of met andere woorden een federatie worden. Een oprechte democraat streeft ernaar.