De oudste Kristallnachtherdenking van Amsterdam opnieuw in de knel

Joodse arrestanten worden meegevoerd door de straten van Baden Baden, 10 november 1938.
Joodse arrestanten worden meegevoerd door de straten van Baden Baden, 10 november 1938.
Op veel plaatsen in Nederland – en het buitenland – wordt aanstaande woensdag 9 november de Kristallnacht herdacht, de nacht in 1938 toen de Duitse nazi’s tientallen synagoges, en duizenden winkels en andere zaken van Joden platbrandden en duizenden arresteerden en afvoerden naar concentratiekampen als Dachau. Het was de eerste manifestatie van hoe Hitler-Duitsland in de jaren daarna met zijn Joden (en zigeuners en geestelijke gehandicapten) zou omgaan.

Ook in Amsterdam gebeurt dat door het Platform Stop Racisme en Uitsluiting. Anders dan voorgaande jaren dit jaar niet bij het monument voor het Joodse verzet bij het Stadhuis, maar in de Uilenburger Synagoge, Nieuwe Uilenburgerstraat 91, Amsterdam.
Sprekers zijn :
Jerry K.L. Afriyie (Dichter)
Janneke Stegeman (Theoloog des Vaderlands en theoloog bij de Nieuwe Liefde)
Jaap Hamburger (Voorzitter Een Ander Joods Geluid)
Het Duo Smit & Vlaar zorgt voor muziek (Jiddische en andere liederen)
Het herdenken van de Kristallnacht begon in 1992. Na een brand in een asielzoekerscentrum in Rostock (Dld) waarbij vier vluchtelingen omkwamen en een brand in een asielzoekerscentrum in Nederland, namen jongeren van Nederland Bekent Kleur als voorlopers van het huidige Platform het initiatief voor een bijeenkomst bij het monument voor het Joodse Verzet. In de loop der jaren trok daar een bonte stoet sprekers langs, onder wie onder meer rabbijn Soetendorp, Ed van Thijn, burgemeester Schelto Patijn, of recenter Abdel Kader Benali, Hedy d’Ancona en Marjan Sax. Het motto was steeds tweeledig: de gebeurtenissen van 1938 in Duitsland werden herdacht , maar tevens gebruikt als waarschuwing voor hedendaagse vreemdelingenhaat en racisme: de Kristallnacht pogroms als afschrikwekkend voorbeeld onder het motto dit nooit meer voor niemand .
Een flink aantal andere plaatsen nam in de loop der tijd het Amsterdamse initiatief over (zo zijn er onder meer dit jaar herdenkingen in Groningen, Tilburg en Breda, Antwerpen en Parijs).

Maar wat elders intussen gewoon is geworden, is in Amsterdam nu taboe. Elders wordt aandacht gegeven aan zaken als vluchtelingenproblematiek, maar hier kan dat niet meer. Sinds 2010 is de onze ”oer” herdenking in moeilijkheden. In 2010 gaf het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI) samen met het Centraal Joods Overleg (CJO), een overkoepelende raad voor het officiële Joodse Nederland, drie weken voor 9 november een persbericht uit waarin de herdenking, die tot dat moment altijd samen met de Joodse gemeenschap was gehouden, in de ban werd gedaan. De aanleiding was dat op de site van de Internationale Socialisten, één van de organisaties die ons steunden. een oproep was aangetroffen voor BDS, de boycot van Israel. Maar daarachter ging de klacht schuil dat een aantal organisaties achter onze herdenking volgens de Joodse gemeenschap te links en/of te Israel kritisch was om zich überhaupt met de Kristallnacht te mogen bemoeien. Ook ging het doortrekken van de lessen van de Kristallnacht naar het heden duidelijk een stap te ver. In Israel was de lijn intussen geworden dat uit WOII uitsluitend de les getrokken moet worden dat Jodenhaat bestreden dient te worden.

Het CIDI-persbericht van 2010, zo kort voor de herdenking, was bedoeld om ons onderuit te halen en dat was bijna gelukt. Een fluitiste en twee sprekers lieten het afweten en met kunst en vliegwerk werden de gaten opgevuld. Het was het startsein voor een niet aflatende sabotage door Joods Nederland dat vanaf 2011 trouwens ook in de Portugese snoge zijn eigen Kristallnachterdenking 2.0 was begonnen te houden (een zoveelste herdenking van de shoah). Vooral de huidige voorzitter van het CJO (ik noem geen namen maar hij is een hartspecialist in ruste) putte zich uit. Zo zette hij in de loop der jaren een zangduo en de skriba van de Protestantse Kerken zodanig onder druk dat ze bij ons wegbleven, c.q.in het geval van de zangeressen aan het begin twee liedjes zongen en zich daarna uit de voeten maakten. Ondertussen verspreidde hij, en andere rechtse Joden, het verhaal dat dat onze herdenkingen anti Israel en antisemitisch zouden zijn. In werkelijkheid heeft een niet onbelangrijk deel van onze achterban altijd uit Joden bestaan, hebben we bij elke herdenking altijd minimaal één Joodse spreker gehad en hebben we bij geen enkele herdenking ooit zelfs maar een woord aan Israel gewijd. Tot we verleden jaar, in het kader van ons gevecht tegen discriminatie, het Palestijns Israelische parlementslid Haneen Zoabi uitnodigden haar verhaal te doen over de discriminatie van Palestijnen in Israel. Het verhaal van ons zogenaamde antisemitisme werd niettemin gretig overgenomen door een koor van ultrarechtse bloggers, publicisten en twitteraars (kaliber Keesje Maduraatje, Carel Brendel of Annabel Nanninga) en bovendien door het, door de altijd waarheidsgetrouwe Esther Voet geleide, NIW, of het altijd o zo ”joodsgetrouwe” Parool, gretig herhaald en versterkt.Vaak nog met de toevoeging dat we ook Hamasvrienden zijn.

En dat had gevolgen. Een paar jaar lang werden onze herdenkingen gehinderd door een ”joods katholieke pastor”, ene Kok uit Amersfoort, die met een twintigtal in Israelische vlaggen gehulde lieden onder meer het Israelische volkslied zong. Verleden jaar voegde zich bij dit gezelschap idioten ook een cohort verdwaasde christenen onder leiding van een opgewonden dame uit Zoetermeer die het als haar taak ziet Israel van de anti’s te redden. Ongehinderd door de politie die hen op een afstand had zullen houden, vormden die tijdens onze herdenking een ”menselijke keten” rond het monument van het Joodse Verzet, terwijl een andere gek op een shofar (ramshoorn) ging blazen aan de overkant van de gracht. In een poging om aan dit soort ongewenste folklore te ontkomen, wilden we het herdenken voortaan binnen gaan doen. We zochten contact met de Uilenburgersjoel. En tot onze verrassing bleek die bereid het gebouw voor vijf jaar (!) aan ons te verhuren.

Hoera, een Joods erfstuk in echt progressieve handen! Dachten we. Een prima alternatief voor het monument! Maar helaas, dat was een misverstand. De Uilenburgersjoel, die zich blijkbaar geen rekenschap had gegeven wie we waren, werd onder druk gezet (u kunt wel raden door wie). Drie weken voor de herdenking zeiden ze de overeenkomst op. Onder dreiging van een kort geding wisten we dit jaar af te wenden dat we weer terug zouden moeten naar de wanorde voor het Stadhuis. Maar voor de komende jaren moeten we weer op zoek. In het NIW, Het Parool, op Twitter en bij de rechtse bloggers is intussen de oude campagne weer gaande. En in de Uilenburgersjoel, bij een kennismakingsbezoek met ”onze wederpartij” troffen we iemand van het Uilenburgerbestuur die ongeveer overspannen is geraakt door alle boze mails en telefoontjes van fatsoensrakkers die in actie komen tegen het feit dat de sjoel door antisemieten dreigt te worden gebruikt. Het is uiterst ironisch dat degenen die met deze herdenking zijn begonnen nu te kampen hebben met een hetze van uiterst rechts die ausgerechnet door de Joodse gemeenschap op gang is gebracht en wordt gehouden. Dezelfde groep mensen die toen het slachtoffer werd van uiterst rechts zijn nu zelf de rechtse executeur die anderen het leven onmogelijk maken. Het is niet voor het eerst dat de Joodse gemeenschap tekeer gaat tegen de persoonlijke vrijheden en het recht op vrije meningsuiting (denk aan het lot van Spinoza). Binnen de Joodse gemeenschap is dit schandalig gedrag intussen al lang niet meer bespreekbaar, is mijn ervaring als lid van die gemeenschap. En dat is behoorlijk verontrustend.

Via:: Abu Pessoptimist