(…)Het mag weinig verbazen dat in de neoliberale logica onze overheidsbedrijven als eersten onder vuur komen te liggen. De kritiek uit de hoek van aandeelhouders en topmanagers van grote en mondiaal actieve financiële en industriële groepen, daarbij gesteund door een aantal liberale politici, op de overheidsbedrijven is gekend. Overheidsbedrijven zijn ‘niet efficiënt’, want ‘bureaucratisch en gepolitiseerd’ en geven ‘geen goede prijs-kwaliteitverhouding’ aan ‘de klanten’. Onzin. Maak de analyse van de overheidsbedrijven en merk meteen dat ze van zeer goed tot nog altijd beter presteren dan de privébedrijven – vanzelfsprekend rekening houdend met de doelstelling en de context waarbinnen ze werken.
Dat de private sector altijd efficiënt en performant werkt en dat de openbare sector nog altijd de fase van De Collega’s niet ontgroeit, is een stelling die naar het rijk van de fabeltjes kan worden verwezen. De bankensector, toch bij uitstek zeer geprivatiseerd, heeft onze samenleving onwaarschijnlijk veel geld gekost. Toch blijft in die sector, met name bij Belfius, ook het privatiseringsspook rondwaren. Bewijs dat het meer om de verwezenlijkingen van een ideologisch model gaat dan over efficiënt werken. Wetenschappelijk onderzoek toont ook aan dat de privésector niet intrinsiek efficiënter is dan de publieke sector. Het PIQUE-project, bijvoorbeeld, onderzocht de impact van de privatisering op de productiviteit, de tewerkstelling en de dienstverlening van de post, de elektriciteit- en gassectoren en de telecommunicatiesectoren van Oostenrijk, Duitsland, Polen, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en België.2 Wat blijkt? De kostenbesparingen door verhoogde productiviteit zouden in deze sectoren en landen vooral een gevolg zijn van technologische vernieuwing, en niet van liberalisering of privatisering. Ook in de watersector en de afvalverwerkende sector had privatisering géén drukkend effect op de productiekosten.(…)
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be