De diefstal van het gemeen goed geneeskunde en zorg

De grote socioloog Max Weber zal ooit geschreven hebben: zet zeshonderd ambtenaren in een gebouw en ze houden zich over elkaar aan het werk. Omdat de uitspraak zo mooi is ga ik hem niet wetenschappelijk verantwoord doodchecken. Iedereen begrijpt wat er bedoeld wordt, zelfs als Weber het niet zelf gezegd heeft. (Omdat bureaucratisering een hoofdthema in zijn werk is, is het wel waarschijnlijk).

Dichterbij in tijd en plaats is de verhandeling van antropoloog David Graeber over bureaucratie. In zijn Utopia of rules ontvouwt hij het verhaal van het neoliberalisme, dat de vlag moet zijn die wappert boven glorieuze Marktwerking en Deregulering, en daarmee boven het afrekenen met bureaucratie en ambtenarij. Het leidt alleen maar tot – meer controle, meer ambtenarij, meer REGELS. Andere regels, en in het algemeen, maar dat wordt nooit gezegd, regels die (tamelijk) machteloze mensen het leven zuur maken en de rijke of machtigen (het komt op hetzelfde neer) niet. Een overheid die pretendeert terug te treden, te dereguleren, terwille van efficiëntie Marktwerking bevordert (alsof dit niet al a priori zichzelf tegenspreekt) en dit alles gebouwd op grondig wantrouwen jegens iedereen die wellicht niet aan de eisen van het terugtreden voldoet. We horen het in verband met docenten, met politiemensen – het invullen van formulieren terwille van controlerende instanties overwoekert de werkzaamheden die men eigenlijk dient te verrichten. En zoiets bereikt nu ook de beoefenaren van (para-)medische beroepen.

Het is en blijft een ongehoord schandaal dat deze overheid, zogenaamd in naam van het terugtreden en het bevorderen van Marktwerking de uit de samenleving zelf voortgekomen ziekenfondsen heeft doen afschaffen terwille van op winst gerichte verzekeringsmaatschappijen. En hierbij de verplicht particulier verzekerden ook nog opgezadeld heeft met een door hen te extra op te brengen subsidie aan deze winstmakende verzekeringsmaatschappijen in de vorm van wat uitermate cynisch “eigen risico” wordt genoemd. Wie getroffen wordt door ziekte is geen patiënt maar een consument van zorg. Haar verzekeringsmaatschappij doet aan “zorginkoop” en blijkbaar moet het ook ieder jaar maar een raadsel zijn wie wat waar “inkoopt”. En de (potentiële) patiënt wordt geacht ieder jaar te kijken hoe het zit met die zorginkoop en of premie en aanbod wel passen. De patiënt wordt geacht haar eigen Lieve Heer te zijn die voorziet wat voor ziekten of ongevallen met ziekte tot gevolg zich zullen voordoen in het komende jaar. Als je niet wist dat dit alles bedacht is door politici die een rol in het winstgevende zorgcircus als volgende interessante stap in de loopbaan zien zou je zeggen dat de types achter dit alles in een rustgevende kliniek opgenomen zouden moeten zijn.

Een saillant citaat:

Het Actiecomité ‘Het Roer Moet Om’ heeft een boekje genaamd ‘Help! de dokter …’ samengesteld met een bloemlezing van praktijkvoorbeelden die toont hoe noodzakelijk het is dat er snel verandering komt in de positie van de huisarts. De papierwinkel, de kafkaiaanse telefonades en correspondentie, de dataverzameldrift, de medische onkunde bij verzekeraars, het ontbreken van een inhoudelijke dialoog met hen. Ze leveren de huisarts op dagelijks basis zoveel frustratie, schrijnende situaties en demotivatie op dat hij er – zonder overdrijven – in dreigt te verzuipen.

Alhier te lezen.

En hier hebben we de “zorginkoop” weer:

In 2014 heeft Edith Schippers (Minister VWS / VVD) geprobeerd de keuzevrijheid (artikel 13) af te schaffen. Dit is toen met veel protest tegengehouden door de Eerste Kamer. Zij heeft daarom de budgetpolis in het leven geroepen.

De budgetpolis is een naturapolis met beperkte contractering op ziekenhuiszorg. De zogenaamde budgetpolis geeft de verzekeringsmaatschappij nog meer controle om de vergoedingen te verlagen bij de gezondheidszorg die zij niet hebben ingekocht.

De patiënt dient bij een budgetpolis goed te controleren bij welke geselecteerde zorgverlener hij/zij terecht kan, om hoge kosten te voorkomen.

Verder lezen.
Dit gedrag heeft nog terwijl zij er zit als minister een onderzoek van buiten het parlement op gang gebracht naar hoe corrupt deze minister is. Maar zoals Harry Dillema hier terecht heeft opgemerkt: de bron van die corruptie ligt in de beoogde toekomst van deze kneusminister. En het gaat ook niet om deze of gene corrupte politicus, maar een heel stelsel dat gebaseerd is op ingebakken corruptie. De neoliberale kolonisering van wat als ware het organisch uit de samenleving zelf is voortgekomen: geneeskunde en ziekenzorg. Het komt er op aan deze kolonisering te beëindigen.

– Column ter begeleiding van Joint Politics, donderdag 28 januari 2016 18-20u, SALTO Amsterdam StadsFM