TINA is dood ten gevolge van het coronavirus. TINA staat voor ‘There is no Alternative’, de oneliner van Margaret Thatcher ter verdediging van het neoliberalisme. Nu echter zien we als burgers dat er wel tal van alternatieven aan bod komen en nog zullen komen om de gevolgen van de coronacrisis te boven te geraken. Een sprekend voorbeeld is de invoering van een basisinkomen in Spanje. Het belang van deze alternatieven valt nauwelijks genoeg te benadrukken omdat ze niet langer vage ideeën zijn van ‘wereldvreemde’ wereldverbeteraars maar dat men concreet ervaart dat het anders kan.
Transformatie
Hoewel deze alternatieve programma’s op zich tonen dat er meer mogelijk is dan slechts neoliberalisme, bestaat het gevaar op terugdraaiing ervan na verloop van tijd. Om dit gevaar te counteren is een integraal concept nodig tegenover het neoliberale dogma. Het volstaat niet om algemeenheden te debiteren als een socialistische transformatie of een oproep tot ‘de sociale dimensie moet prioriteit krijgen met beleidsvoorstellen op EU-niveau om de massale werkloosheid, armoede en ongelijkheid aan te pakken.’ Daarbij komt nog dat socialisme bij velen een slechte naam heeft. Socialisme roept direct associaties op met de Sovjet-Unie of met verstikkende bureaucratieën. Tegenover die associaties zijn concrete alternatieve concepten nodig. Echter, aan de andere kant is het onmogelijk een blauwdruk voor de toekomst te geven. Het komt er dan op aan te laveren tussen onbestemde vaagheid en een rigide blauwdruk.
Democratisch socialisme
In ieder geval zal in een alternatief concept, hier verder bij gebrek aan beter ‘democratisch socialisme’ genoemd, Europa een onmisbare rol spelen. De coronacrisis heeft eens te meer de wederzijdse afhankelijkheden in de EU getoond. Een simpel voorbeeld betreft de testvloeistof op SARS-CoV-2, waar in Nederland een tekort aan was. De Zwitserse firma Roche bezit het patent op de receptuur voor het merendeel van de testapparatuur in Nederland en ze wilde die niet vrijgeven. Ondanks grootspraak van enkele Nederlandse politici dat ze Roche zouden dwingen, was het de Europese Commissie die effectief kon handelen. De EU heeft de macht, die de afzonderlijke lidstaten veelal niet hebben, om snel op te treden tegen multinationals. Voorbij deze simpele casus ligt er evenwel de opgave van de wederopbouw van de economie na de crisis. Vooral Italië en Spanje zijn zwaar getroffen. Een behoorlijke hulp bij de wederopbouw zouden corona-obligaties zijn. Maar tegen zo’n opzet ligt een klein aantal lidstaten dwars, belastingparadijs Nederland voorop. Dan komen argumenten op tafel die voorbijgaan aan de wederzijdse afhankelijkheid van lidstaten in de EU, dan is het ieder voor zich.
Tegenmacht
Deze corona-obligaties zouden uitgegeven worden door de Europese Centrale Bank en voor banken in iedere lidstaat zou dezelfde interest erop gelden. In Nederland en Duitsland kan men vanwege hun economische situatie iets goedkoper kan lenen dan in de zuidelijke Europese landen, wat betekent dat dit soort euro-obligaties een klein nadeel voor de noordelijke lidstaten betekenen. Maar omdat de rente op een historisch laag niveau staat, zou dit verschil relatief weinig uitmaken, zou het zeker niet opwegen tegen de nadelen van ineenstortende economieën in zuidelijke Europa. Er liggen derhalve andere motieven ten grondslag aan het verzet tegen euro-obligaties. Bij deze eurobonds hoort eigenlijk een EU-brede politieke controle. Die zou kunnen leiden tot de vorming van tegenmacht. Zoals aangegeven in het voorbeeld over Roche kan de EU veel macht genereren. Deze zou echter kunnen worden omgezet in tegenmacht tegen de belangen van bijvoorbeeld multinationals in de EU als de EU een democratisch socialistisch bestuur zou hebben. De huidige EU is onmachtig, zoals uiteengezet in Hayeks natte droom: de huidige EU. Deze multi-staat legt flinke beperkingen op aan de mogelijkheden van afzonderlijke lidstaten om interventionistische politiek te bedrijven. Daarmee beknot hij tevens de mogelijkheden voor sociaal beleid. Maar euro-obligaties kunnen een proces in gang zetten dat leidt naar een democratischer Europees bestuur. En dat willen ’the powers that be’ zeker voorkomen.
Dictatuur
Dat beletten van een democratischer EU gaat heel ver. Zonder al te veel tegenstand kon Hongaarse premier Viktor Orbán zich tot dictator kronen – Orbáns bom onder de EU: dictatuur in Hongarije. De EU als hoeder van de democratie valt zo wel heel erg door de mand. En met de mogelijkheid tot ontbinding van de democratie in een lidstaat vervalt een belangrijk motief voor de kneuterigheid van de natiestaten. Federalisme biedt meer garanties tegen een dergelijke ontwikkeling. Als je bijvoorbeeld de VS van Amerika met de EU vergelijkt, is het onvoorstelbaar dat een staat in de VS een dictatuur instelt. Andersom is Donald Trump weliswaar als president een ramp, zou hij wellicht graag een dictatuur verordenen, maar zou hij van verschillende staten zoveel weerstand krijgen dat zo’n plan onmogelijk te verwezenlijken is.
Anjerrevolutie
Deze twee kwesties, euro-obligaties en dictatuur, pleiten alleen al voor een omwenteling of met andere woorden voor een niet gewelddadige anjerrevolutie teneinde democratisch socialisme in de EU gestalte te geven. Dit democratisch socialisme kan als startpunt de sociaaldemocratie gebruiken, met een streven naar een verzorgingsstaat – het vlaggenschip van de sociaaldemocratie – op Europese schaal zonder evenwel haar onnozele patriottisme voor de natiestaat mee te nemen, waarvan de coronacrisis nu duidelijk de limiet toont. En ten overvloede: zeker is dat sociale verandering niet vanzelf gaat, niet zonder goed georganiseerde en goed geïnformeerde bewegingen.