Corona: een strijd om de realiteit

Wie nu naar buiten kijkt, ziet een blauwe lucht en een lentezon die je zelfs niet meer aarzelend zou noemen. Mensen wandelen door de straten, er liggen broden bij de bakkers, de trams en treinen rijden met de gewoonlijke vertragingen. Alles gaat goed.

Een klein gedachtenexperiment. Stel dat je door het leven gaat zonder telefoon, radio, televisie of laptop; je volgt het nieuws op geen enkele wijze. Zou er dan iets aan de hand zijn? Nee, volstrekt niet. Op het occasionele mondkapje of informatieposter over corona na is er niks dat erop wijst dat we in tijden van een globale pandemie leven. Voorlopig.

Corona is op dit moment in België nog een grotendeels abstracte dreiging die slechts gevisualiseerd wordt in de vorm van grafiekjes met stijgende lijnen. Tegenover dit soort abstractie wint de drang naar normaliteit probleemloos. Opnieuw: voorlopig. Want de normaliteit zal sneller dan we kunnen vermoeden opengebroken worden door een nieuwe realiteit: die van een virus dat steeds meer slachtoffers zal maken. De vraag is niet of de normale gang van zaken zal ontregeld worden, maar welke ontregeling we zullen krijgen: een gereguleerde of ongereguleerde ontregeling?

De schemerzone waarin we momenteel vertoeven, is naast verontrustend, ook interessant. Net omdat de dreiging voorlopig in grote mate abstract blijft, tekenen zich twee kampen af. Het eerste kamp bestaat uit zij die zich halsstarrig blijven vastklampen aan de normaliteit. Normaalzucht is een zeer effectief wapen om angsten te bezweren. Het is de secondelijm die je onverbiddelijk vasthecht aan wat je hebt. En het is op die vorm van geruststelling dat vele politici zich graag profileren. Voor Francken was Mark Van Ranst vorige week nog een ‘pande-mietje’, Trump waaide het virus weg als een griepje.

Maar dit eerste kamp is het verliezende kamp. En mensen als Francken en Trump beseffen dat steeds meer, getuige het stevige bochtenwerk dat momenteel wordt ingezet. Nu Italië sinds het begin van deze week hermetisch is afgesloten valt er niet al te lacherig meer te doen over het griepje. Het tweede kamp, zij die al weken waarschuwen voor de potentiële ernst van het virus, groeit in getale. Met iedere nieuwe besmetting sijpelt het inzicht door dat wat ons de komende maanden te wachten staat allesbehalve normaal zal zijn.

Wat we nu meemaken met het coronavirus is een soort versnelde versie van wat ons de komende decennia te wachten staat met de klimaatcrisis. Ook klimaatverandering zal op termijn miljoenen doden met zich meebrengen en samenlevingen ontwrichten. Nu is het nog makkelijk om wie voor dit scenario waarschuwt weg te zetten als een doemdenker. Een warme zomer is slechts een hittegolfje, net zoals het virus slechts een griepje is.

Zowel in het geval van klimaatverandering als in het geval van corona vindt er een zeer gevaarlijke gelijktrekking plaats tussen realiteitszin en doemdenken of paniekzaaien. Die gelijktrekking is gevaarlijk, omdat ze bijdraagt tot een sfeer van gelatenheid en een gebrek aan initiatief. En dat laatste maakt het grote verschil, want het initiatief moet niet genomen worden tijdens de ramp, maar vóór de ramp. Niet op het moment dat de contouren van de catastrofe zichtbaar worden, maar vóórdat ze zichtbaar is tout court.

Omwille daarvan is het een oorlog met de realiteit. Want het is natuurlijk makkelijker om nu op een terras in de zon te zitten. Met een wijd gebaar te wijzen naar het uitblijven van de oorlogstaferelen rond je en triomfantelijk te verkondigen dat we ons geen zorgen hoeven te maken. Mogelijks maak je jezelf daarmee ook populair. Maar tegen één ijzeren wet is alle zelfgenoegzame borstklopperij niet opgewassen, namelijk deze: de realiteit wint altijd. Altijd.

Sluit dus nu maar wat er te sluiten valt.

En snel.

– Door Thomas Decreus, oorspronkelijk voor De Wereld Morgen