Northern Soul in de mainstream

De BBC Proms van dit jaar – live uitzenden is er niet bij, behalve de opening en het sluitritueel – bevatte een avond Northern Soul, 15 juli jongstleden.
In de mainstream, zeg ik in de titel, maar het is oorspronkelijk nooit de bedoeling geweest dat dansbare soul/r&b een subcultuur buiten de hoofdstroom zou worden. Even terug naar 1968/69, als het jeugdhonkenwerk met dansbare revive-45s voor sensatie in de hitparade zorgde. Bijvoorbeeld met deze van Edwin Starr.


Headline news

Mijn eerste Motownsingle uit 1964 werd vijf jaar later alsnog een hit…

Dancing in the street, Martha and the Vandellas

Nou, nog een uit die tijd dan, die ook de hitpuree in Nederland heeft gehaald, 1969.


Harlem Shuffle, Bob & Earl, 1963

Obscuurdere platen haalden ook de lijst, maar ze ontleenden hun hitstatus aan regionale belangstelling. En zoals het gaat in Engeland: het Noorden telt niet echt (Wales, Schotland en de Six Counties horen daar vanzelfsprekend bij) dus werd van hogerhand bepaald dat regionale hits niet in de nationale hitparade thuishoorden. Aldus werd de dansmuziek van de clubs in “het noorden” verdreven naar de liefhebberstatus en zeldzaamheid – het was voor deejays overigens wel een sport onbekend werk te presenteren, maar daar ga ik nu niet over uitweiden. Behalve dan deze, ooit “georganiseerd” uit de kelders van Motown door deejay Russ Winstanley.


Werd niet de moeite van het uitbrengen waard gevonden in 1965, veelzeggend trouwens over de kwaliteit van wat Motown in die tijd te bieden had.
Slotuitvoering van de BBC Proms: Do I love you (Indeed I do)

Het werd uitgebracht en een bescheiden hit en dat was ongeveer het einde van de loopbaan van Northern Soul in het hitwezen in het VK.
Dat het een proletarisch publiek trok zal zeker ook wel een rol gespeeld hebben. Paul Mason:

Zwarte muziek uit de VS, gekenmerkt door flink uitgevallen orkesten (vaak Motown-musici die aan het “moonlighten” waren), het is de grote rol van het orkest in het genre die het geschikt maakte voor de Proms.


You didn’t say a word, Yvonne Baker, hier door Vula Malinga

Voor menig artiest uit de VS was het een volslagen verrassing dat hij of zij furore maakte, jaren later, op de dansvloer in het VK (de hits uit de plaatverkoop werden hun ontzegd alsnog).


The drifter, Ray Pollard, hier door Darrell Smith

De Proms werden geopend met een uitvoering van deze klassieker die tevens beschrijft waar het over gaat bij Northern Soul


Out on the floor, Dobie Gray, 1966

Hoe komt het dat deze proletarische, “noordelijke” subculturele uiting nu in het zonnetje wordt gezet? Ik kan daar allerlei gedachten aan besteden maar laat ik dat nu niet doen. Mag ik zeggen dat ik enig recht van spreken heb als organisator van de eerste echte gig in in Amsterdam?
Hoe deze klassemaatschappij in elkaar zit, ach, hierover een andere keer. Het is apocrief (toegeschreven aan Emma Goldman), maar des te beter: op een revolutie moet je kunnen dansen. Of: Men moet deze versteende verhoudingen daardoor tot dansen dwingen, door ze hun eigen melodie voor te spelen. Die is zeker van Karl Marx.

Dus ik sluit af met een persoonlijke favoriet. Blijf het geloof trouw.


I’ll do anything, Doris Troy, 1966

– Uitgelichte afbeelding: By Marc Records – Discogs, Fair use, https://en.wikipedia.org/w/index.php?curid=62471681