Trouw aan en eerbied voor het vaderland nekken Labour

Het Belgische volkslied, de Brabançonne, drukt fraai de leefwereld van de boomer uit.

Ô Belgique, ô mère, chérie,
A toi nos cœurs, à toi nos bras!
A toi notre sang, ô Patrie!
Nous le jurons tous tu vivras!
Tu vivras toujours grande et belle
Et ton invincible unité
Aura pour devise immortelle:
Le Roi, la Loi, la Liberté!
Le Roi, la Loi, la Liberté!
Le Roi, la Loi, la Liberté!

(O België, o moeder, lief,
Voor jou onze harten, voor jou onze armen!
Voor jou ons bloed, o Vaderland!
Wij allen zweren dat je zult leven!
Je zult altijd groots en mooi leven
En je onoverwinnelijke eenheid
Zal als onsterfelijk devies hebben:
Koning, wet en vrijheid!)

Er bestaat natuurlijk een officiële Nederlandse versie van deze hymne, maar deze omzetting leverde een nog erger wangedrocht op. Een beetje Belg schaamt zich voor de Brabançonne en zeker voor de Nederlandse uitvoering ervan. Ex-premier Yves Leterme begon dan ook maar de Marseillaise aan te heffen toen hem gevraagd werd het volkslied te zingen.

De omweg via de Brabançonne leidt toch naar Engeland. Daar heeft Labour in zetelaantal – niet in aantal stemmen – een forse duw gekregen. Een belangwekkend document daarover is: Let’s stop mourning the old, white working class. Het betreft een ervaringsverslag van Luke Paragani als canvasser voor Labour. De kernzin gaat over boomers (leeftijd 50-80 jr.): ‘Ze praten over een leven van trouw aan en eerbied voor de staat waarvan ze verwachtten dat die hun enige patroon zou zijn; en nu zien ze een Labour-leider die de hele wereld lijkt uit te nodigen voor zijn toebedeling, zijn huisgemaakte jam aanbiedt aan een ieder die het nodig heeft, ongeacht de vlaggen waarvoor diens voorvaderen hun bloed hebben gegeven.’ Deze ervaring geeft aan dat een groot deel van de boomers nog steeds gelooft in vaderlandsliefde, wat de Brabançonne probeert uit te drukken. Aansluiting bij de EU pleegt verraad aan hun gevoel. Het is alsof je aan Andries Knevel en consorten moet vertellen dat in de hemel ook moslims, hindoes, boeddhisten en wat dies meer zij zitten.

Deze patriottische gevoelswereld, die bij veel oudere (ex-)Labour-stemmers leeft, heeft Corbyn genekt. Hij zat in een catch-22-situatie; hij kon nooit de goede beslissing nemen. Een keuze voor Brexit betekende een verlies van de mondialer denkende jongeren. Tegen Brexit vervreemdde dus een groot deel van de boomers. Geen keuze – Jean-Paul Sartre: ‘ne pas choisir, c’est encore choisir’ – maakte Corbyn ongeloofwaardig.

Moet links deze groep oude, witte arbeiders met hun achterhaalde denkwereld afschrijven? Nee, je moet nooit mensen afschrijven. Het is voor niemand te laat om van mening te veranderen, ook niet op je oude dag. Maar het wordt voor links wel tijd om niet weg te vluchten voor een keiharde afrekening met de vulgair stalinistische these van ‘socialisme in één land’ (nationale sociaaldemocratie incluis). Doe je dat niet, zoals recentelijk nog de Nederlandse SP (samen met de CU) naar de boomers lonkte met een pleidooi voor inperken van de vrijheid van migratie binnen de EU, dan beland je in het bejaardentehuis – nu springt De herfst van de patriarch van Gabriel García Márquez direct voor mijn ogen.

Mathijs van de Sande eindigt zijn inleiding op Luke Paragani’s verslag heel terecht met: ‘Dus, beste kameraden, laten we ophouden met snikken over de oude, witte werkende klasse. Een nieuwe lagere klasse komt eraan en die heeft niets te verliezen dan armoede, bezuinigingen, racisme, nationalisme en patriarchaat.’