Indonesië-discussie: oppositie wint op punten

Bij de jongste discussie over Nederlands geweld en oorlogsmisdaden tussen 1945 1950 in Indonesië heeft de oppositie vrijdagavond op punten gewonnen. Dat stelt de AFVN-Bond van Antifascistische Oud-Vetzetsstrijders.

Mensenrechtenactivist Jeffry Pondaag, die de zaak-Rawagede van de staat won, kreeg voor het eerst een plaats op het officiële podium van het wetenschappelijk onderzoeksteam naar ‘dekolonisatie en geweld in Indonesië’.
Vorig jaar was Pondaag niet bij deze bijeenkomst uitgenodigd, en werd hij door onderzoeksleider professor Oostindie weggezet als ‘scherpslijpende activist’. Oostindie zag daarbij over het hoofd, dat dit onderzoek alleen dankzij Pondaag en zijn advocaat, Liesbeth Zegveld, tot stand kon komen.
Dit jaar nam Oostindie niet aan de discussie deel maar hij zat wel in de zaal. Oostindie liet de verdediging van het onderzoek over aan directeur Frank van Vree van het NIOD, die meer ervaring met gevoelig onderzoek heeft. Beiden zijn overigens geen specialisten in Indonesische zaken en spreken geen Indonesisch.

Pondaag wees erop, dat het Indonesische standpunt niet voldoende vertegenwoordigd is in het lopende onderzoek naar ‘dekolonisatie en geweld’. Hij benadrukte dat de gehele koloniale periode van begin tot eind onwettig was, en dat dus de inzet van Nederlandse militairen een daad van agressie tegen een andere, vredelievende staat was en daardoor alleen al een oorlogsmisdaad. Zijn 90-jarige Indonesische medeactiviste Francesca Pattipilohy deelde zijn standpunt en sprak de zaal toe via een video.
De organisatoren trachtten verder uit alle macht om de term oorlogsmisdaden te vermijden, maar door vragen van AFVN-woordvoerder Arthur Graaff kwam het begrip toch aan de orde. Een ander belangrijk punt van de AFVN-BvA, de positie van de Indonesische dienstweigeraars, bleef wegens tijdsgebrek onbesproken.

Ook andere tegenstanders van het onderzoek zoals van HistoriBersama, Doorbraak, de Grauwe Eeuw en Geen4meivoormij droegen aan de soms heftige discussie bij. Michael van Zeijl van de Grauwe Eeuw bekende dat zijn grootvader bij het KNIL had gediend, en daar oorlogsmisdaden had begaan. een Molukse nazaat van een KNIL-ler wilde daar niet op ingaan.
Het plan van het Rijksmuseum voor een uitgebreide expositie, kreeg veel kritiek, vooral omdat samenstelster Martine Gosseljnk van plan zei te zijn om deze geschiedenis te presenteren vanuit verschillende perspectieven. De activisten achten dat er bij oorlogsmisdaden maar één perspectief is: dat van de slachtoffers.
De AFVN is doende de jaarlijkse zg. ‘nationale Indiëherdenking’, die begin september weer plaatsvond voor de zg. ‘Indische’ veteranen, te laten beëindigen omdat deze inherent discriminerend en racistisch is.
Tegen politici en bestuurders die daaraan deelnamen, zoals staatssecretaris Knops, 1ste Kamervoorzister Broekers-Knol, PVV-kamerlid Martin Bosma, burgemeester Donkers van Roermond en organisatie Kneepkens heeft de AFVN een week terug een strafklacht ingediend. De bond heeft nog geen reactie van de politie of het OM ontvangen. De voornaamste grief van de bond bij deze herdenking is dat hier alleen de 6.000 dode daders worden geëerd en herdacht, en dat over de ruim 150.000 Indonesische slachtoffers in alle talen gezwegen wordt.