In het Jaar van de Huiszwaluw zijn tientallen vrijwilligers opgestaan; ze volgen huiszwaluwen bij het grootbrengen van hun jongen. Daarmee treden ze in de voetsporen van vogel-ecoloog prof. Theunis Piersma. “We willen vooral weten of en hoe goed een tweede leg lukt.”
Binnenkort zouden onze huiszwaluwen aan hun tweede legsel moeten beginnen. Maar de animo daarvoor lijkt verdwenen. Vogelprofessor Theunis Piersma vermoedt dat het direct van doen heeft met de insectenschaarste. Een tweede nest is namelijk niet ‘kosteneffectief’. Piersma: “Tegenwoordig stort de insectendichtheid in de tweede helft van de zomer in elkaar. Met zo weinig te eten moeten de oudervogels dan een kille keus maken: het schaarse voedsel letterlijk in nóg een nest jongen stoppen, of het gebruiken om zelf weer op krachten te komen. Er wacht de ouders immers tegen het eind van de zomer een uitputtende vlucht naar Midden-Afrika, of nog verder.”
De ouders kiezen steeds vaker voor de eigen overleving, in plaats van voor een tweede nest jongen. “Dat is een verstandige keus”, zegt prof. Piersma, “maar voor de soort is het desastreus. Om de populatie op peil te houden zijn echt twee nesten per jaar nodig. Want net als bij de meeste andere soorten is de sterfte onder jonge vogels in het eerste jaar enorm groot.”
– Lees verder bij de bron, Vogelbescherming.