Geen arbeidsongevallen maar aanslagen op levens van arbeiders in Turkije

De raad voor werknemersgezondheid en arbeidsveiligheid in Turkije heeft onlangs weer eens gegevens openbaar gemaakt waaruit blijkt dat in het jaar 2016 minimaal zo’n 1970 arbeiders zijn omgekomen bij arbeidsongevallen. Hoe nodig en wenselijk het ook is om dat soort informatie regelmatig openbaar te maken, de nieuwswaarde ervan is helaas toch niet erg hoog. Het verschijnsel van dood door arbeidsongevallen is in Turkije zo frequent dat het voor de Turkse publieke opinie allang geen nieuwsfeit meer is. Het is een bitter feit maar dood door ongevallen in het arbeidsproces is er in het land aan de orde van de dag en er is allang vrijwel niemand meer die er echt van opkijkt.

Turkije is al sinds heel lang een land waar jaarlijks standaard vele honderden arbeiders als gevolg van arbeidsongevallen overlijden. Maar zoals zo veel andere soorten van ellende en wantoestanden, is het verschijnsel van dood door arbeidsongevallen sinds de AKP aan de macht is, aanzienlijk groter en schrijnender geworden. Dat is geen mening maar een feit dat door verschillende cijfers en gegevens wordt bevestigd. Zoals het ook een feit is dat Turkije het derde land ter wereld is waar de meeste arbeidsongevallen plaatsvinden en het eerste land van Europa. Volgens dezelfde raad voor gezondheid en veiligheid op de werkvloer verloren in de maand januari van 2017 in heel Turkije minimaal 161 arbeiders het leven als gevolg van arbeidsongevallen.

Vrijdag 18 februari kwam in de stad Konya de 54-jarige Mehmet Bacak als gevolg van een arbeidsongeval om het leven. Hij was bouwvakker en viel van de 12de verdieping naar beneden. Eigenlijk is het in dit geval verkeerd te spreken van ‘dood door arbeidsongevallen’ omdat de oorzaken van die ongevallen opgeheven hadden kunnen worden en de onnatuurlijke dood van zo vele arbeiders zodoende voorkomen had kunnen worden. De oorzaken van het verschijnsel ‘dood door arbeidsongevallen’ hadden opgeheven kunnen worden als de werkgevers bereid zouden zijn om voldoende te investeren in gezonde en veilige arbeidsomstandigheden. En als de regering er streng op toe zou zien dat de werkgevers dergelijke investeringen in voldoende mate en naar behoren zouden doen.

Maar zowel werkgevers als de regering hebben verzuimd het nodige binnen hun mogelijkheden te doen ten einde de oorzaken van arbeidsongevallen maximaal op te heffen en de dodelijke gevolgen daarvan maximaal te voorkomen. En dat terwijl zij in voldoende mate over de middelen en mogelijkheden daartoe beschikten. Desondanks kozen en kiezen zij ervoor om het geld dat de nodige verbetering van arbeidsomstandigheden vergt in eigen zak te steken, wetende dat dit gedrag tot onnodige arbeidsongevallen zal leiden en tot de onnatuurlijke dood van zo vele arbeiders. Helaas zetten dezelfde werkgevers en regering hun onverantwoordelijke houding voort. Nog steeds doen zij niets om de arbeidsomstandigheden van arbeiders ook maar minimaal te verbeteren. Dat alles doet concluderen dat er dan niet zo zeer sprake is van arbeidsongevallen maar van bewuste moordaanslagen. Ieder bewust verzuim in de noodzakelijke investering in gezonde en veilige arbeidsomstandigheden is een regelrechte aanslag op de levens van arbeiders. Daarom is het niet verkeerd om te stellen dat de leden van de neoliberale AKP-regering en de door deze regering beschermde kapitalistische werkgevers die verzuimen om in arbeidsomstandigheden te investeren, eigenlijk moordenaars zijn.