Ok. We gaan dus aanstaande zondag 12 juli op TV een debat krijgen over een debat. Dat debat heet: ‘Het huidige racismedebat drijft Nederland uit elkaar’. Over de racistische debatleider en trouwe schoothond van Thierry Baudet, Jort Kelder, is al veel gezegd. Maar de essentie van het debat is al net zo kwalijk als die debatleider.
Het gaat niet waarover het moet gaan: over racisme. Het gaat niet over hoe diepgeworteld en institutioneel het is in dit land, en waar het zijn wortels heeft. Het gaat niet over de vraag: wat gaan we aan racisme doen?
Dit debat over het debat is een witte lange-tenen-afleidingsmanoeuvre. Het doet denken aan de reden die Rutte opgaf om geen excuses voor het slavernijverleden te maken. Die excuses zouden maar leiden tot polarisatie, beweerde hij. Nou en?!
Het is niks willen veranderen. Het is de schuld leggen bij de slachtoffers van racisme, want zij zouden de tegenstellingen benadrukken en polarisatie in de hand werken. Maar het is het racisme zelf dat polarisatie is.
Juist daarom is die andere polarisatie nu nodig, die polarisatie waar Rutte zo bang voor is. Als het over racisme gaat kun je namelijk maar twee stellingen innemen en die staan lijnrecht tegenover elkaar: je wilt er niks aan doen of je wilt er wel wat aan doen. Of je bent solidair en helpt racisme te bestrijden, of niet. Laten we dus duidelijk zijn. Laten we die polarisatie omarmen.
Stellingnemen tegen racisme, daar is dat TV debat niet voor bedoeld. Onder het tapijt vegen maar weer. Dat debat moet al die mensen die bang zijn voor het verlies van hun ‘culturele erfgoed’ Zwarte Piet en bang zijn voor een beeldenstorm op criminelen als Coen en De Ruijter handvatten geven om het te kunnen hebben over de manier waarop de discussie gevoerd wordt, om het probleem van zich af te schuiven. Nee, dat debat is er niet om het te hebben over al dat koloniale tuig dat landen bezette, bevolkingen uitmoordde, anderen juist tot slaaf maakte en grondstoffen jatte. Het is niet de bedoeling het te hebben over etnisch profileren bij de politie, de belastingdienst en justitie en over racisme bij het verkrijgen van werk. En al zeker niet om te spreken over Zwarte Piet. Nee, laten we het niet hebben over het racisme zelf maar over iets wat veel witte mensen maar gezeur vinden van zwarte mensen, mensen van kleur, mensen met een migratie-achtergrond. Er mag vooral niet gesproken worden over het racisme in onszelf dat ook bij de wortel aangepakt moet, de opmerkingen onder collega’s, op een familiefeestje, de zogenaamde grappen van zogenaamd leuke cabaretiers en televisieberoemdheden. En nee, er mag ook niet gesproken worden over racisme rond de voetbalvelden, bij het geven van schooladviezen, in leerboeken en films.
Dit TV-debat heeft als doel het te hebben over hoe pijnlijk het is voor witte mensen om met het eigen racisme geconfronteerd te worden. Het leggen van de vinger op de zere plek maakt veel te duidelijk wat er allemaal mis is in dit land. Het doel van dit debat is ervoor te zorgen dat we op die gapende wond een pleister plakken in de hoop dat de pus van racisme onderhuids ongezien door ettert. Dat is waarvoor dit debat bedoeld is, en daarom is juist die vreselijke Quote kapitalist van een Jort Kelder ingehuurd. Die man past daar juist, in dit concept van – niet verbazingwekkend – de van oudsher rechtse omroepen AVRO en TROS. Die zijn er voor het bewaken van de oer-Hollandse gezelligheid en dat zie je ook aan de eerdere onderwerpen in deze debatreeks ‘De stelling van Nederland’ (dat alleen al!): ‘Is dit nog wel mijn Nederland?’, ‘Rutte III is de beste regering voor Nederland’ en ‘Wij moeten trots zijn op onze taal, tradities en verleden’.
Ik zou willen roepen ‘mag ik even een teiltje?!’ maar een teiltje is veel te klein voor de kots van zoveel racisme waardoor ik in mijn eigen jeugd ongewild ben beïnvloed. Als er dan toch witte mensen om een tafel gaan zitten zonder daarbij zwarte mensen uit te nodigen, is dit het enige juiste onderwerp: Hoe gaan wij witte mensen ervoor zorgen dat we het racisme in onszelf herkennen, erkennen en bestrijden? Hoe gaan wij witte mensen ervoor zorgen dat we de lange geschiedenis van racisme waarop dit land gebouwd is doorbreken? Wat. Gaan. We. Er. Aan. Doen?! Dat is onze witte verantwoordelijkheid. Dat is een debat waar we zwarte mensen niet mee mogen lastig vallen. We hebben zwarte mensen lang genoeg geconfronteerd met onze overgevoeligheden. Nu is het tijd om zelf ons leerproces ter hand te nemen. Een leerproces om door te geven, niet om weg te moffelen onder smoesjes waarom we niet racistisch zouden zijn.
Het is zaak dat witte mensen zich uitspreken en dat we het goed zwart-wit stellen: racisme schaf je af en daar valt niet over te discussiëren. Racisme is geen mening maar een misdaad.
Eerst moet het diepgewortelde en institutionele racisme worden afgebroken. Daarbij passen excuses en herstelbetalingen. Geen gepolder. Laat de polarisatie in dit land maar onmiskenbaar zichtbaar worden door heldere stellingname. Laat het maar botsen. Of juist uiteendrijven. Gelijkwaardigheid is door de eeuwen heen in de eerste plaats bereikt door strijd en niet door smeken om alsjeblieft aan een onderhandelings- of debattafel, waar het gesprek wordt gedomineerd door de onderdrukker, te mogen zitten. Black Lives Matter en Kick Out Zwarte Piet, en al die individuele strijders die dagelijks hun mond open durven trekken als ze weer eens racistisch behandeld worden, hebben groot gelijk om nu verandering op te eisen en niet om de hete brij heen te draaien.
De oproep van het Black Renaissance Collectief om het debat ‘Het huidige racismedebat drijft Nederland uit elkaar’ te boycotten verdient het om verder verspreid en onderschreven te worden. Bij deze! De bedenkers van dit debat met deze stelling willen niet luisteren naar wat zwarte mensen te zeggen hebben, maar willen hen in de verdediging dwingen als schuldig aan ‘het uiteendrijven van Nederland’ en snoeren hen omwille van de lieve Nederlandse vrede en valse eenheid het liefst helemaal de mond. En dat is, kort en duidelijk: racisme.