Beste Theodor,
In je column van donderdag 16 april bij het Parool schrijf je over die dame op de radio die uitgeprocedeerde asielzoekers in huis nam en daarmee – ik citeer je – ‘in al haar gevaarlijke naïviteit de rechtsstaat ondermijnt, het asielzoekersprobleem verergert en de onmenselijkheid voedt’.
Ik ben de dame in kwestie. Aangenaam kennis te maken.
Fijn om te horen dat je de wetten, democratie en onze rechtsstaat omarmt en erkent. Het komt wel een beetje vreemd over dat die erkenning dan kennelijk vooral het gedeelte in de Vreemdelingenwet betreft dat over uitzetting gaat en niet, om maar een voorbeeld te noemen, het Verdrag van Genève dat ons verplicht bescherming te bieden aan hen die dat nodig hebben. Of, om een ander voorbeeld te noemen, het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, waarin ligt vastgelegd dat geen enkel mens blootgesteld mag worden aan een onmenselijke of vernederende behandeling. Aan beide verdragen heeft Nederland zich (op volkomen democratische wijze!) geconformeerd en nationale wetgeving – zowel de bepaling als de uitvoering daarvan – hoort hier op geen enkele wijze in strijd mee te zijn.
Het is jammer dat je het hebt nagelaten om, voordat je je column schreef, je te verdiepen in de juridische achtergrond.