Een nieuw kabinet maar hetzelfde repressieve liedje: migranten en vluchtelingen moeten volgens de beleidsmakers nog harder worden aangepakt. Zo gaat dat al zeker 25 jaar. Maar ondanks dit beleid van migratiebeheersing weten veel mensen zonder papieren zich hier toch te handhaven. Hun leven is hun strijd, en omgekeerd.
Illegaal verblijf wordt strafbaar gesteld en leidt tot afwijzing van verblijfsaanvragen. Het huwelijks- en gezinsmigratiebeleid wordt verder aangescherpt en het asielbeleid wordt verder dichtgetimmerd. Migranten zijn er zelf verantwoordelijk voor om hun verplichte inburgering te regelen en te betalen, op straffe van verlies van verblijfsrecht. Een greep uit de maatregelen die het kabinet Rutte II voor ogen staat om de afwijzing, uitsluiting en disciplinering van migranten en vluchtelingen verder op te voeren.
Evenals het beleid van eerdere kabinetten, valt ook deze reeks maatregelen binnen het kader van de politiek van migratiebeheersing, die al vanaf begin jaren negentig tot stand is gekomen onder verantwoordelijkheid van sociaal-democratische ministers en staatssecretarisssen. Het zijn vooral PvdA-politici geweest die het fundament hebben gelegd onder de sociale en bestuurlijke apartheid, die gestalte kreeg door de identificatieplicht, het sofi-nummer en de Koppelingswet, waardoor vrijwel alle voorzieningen op het gebied van onderdak, inkomen en werk werden afgesneden voor mensen zonder verblijfsrecht. Helaas is deze politiek van uitsluiting gaan behoren tot de alledaagse normaliteit.
Het beleid van migratiebeheersing maakt een onderscheid tussen “gewenste” migranten die welkom zijn zolang ze als economisch “nuttig” worden aangemerkt, en “ongewenste” migranten die “onbruikbaar” en “overbodig” worden geacht. Migratiebeheersing is een van de instrumenten waarmee moderne kapitalistische staten de kwantiteit en “kwaliteit” van de bevolking reguleren, al naar gelang de behoeften van het bedrijfsleven. Toen het in de jaren zestig economisch voor de wind ging, waren “gastarbeiders” welkom om het tekort aan arbeidskrachten weg te werken. Nadat het tij in de jaren zeventig keerde, kregen arbeidsmigranten moeilijker verblijfsrecht. Velen zagen zich daardoor gedwongen om onder te duiken in de illegaliteit en te overleven middels zwart werk. Deze illegaal gemaakte migranten vormden een van de eerste groepen die geconfronteerd werden met grootschalige flexibilisering van de arbeid, waarbij arbeidsrechten en het minimumloon werd ontdoken. Ze vormden de proefkonijnen waar bazen de neo-liberale plannen op uittesten die vandaag de dag volop zijn verwezenlijkt.
Samen met de VVD heeft de PvdA in de jaren negentig niet alleen de arbeidsmigratie ingeperkt, maar ook de komst van vluchtelingen. Vooral sociaal-democratische bewindslieden hebben ertoe bijgedragen dat het asielbeleid vluchtelingen steeds minder kans op veiligheid en bescherming biedt. Gaandeweg werden vluchtelingen steeds vaker weggezet als fraudeurs, als liegende profiteurs. De aanscherping van het beleid liet men begeleiden door de mantra “streng maar rechtvaardig”. De PvdA grijpt het migratiebeleid aan als een van de middelen om de onderlaag van de samenleving en de arbeidsmarkt te beheersen, te stroomlijnen, aan te passen en klaar te stomen, zoals de partij voor zichzelf van oudsher al de taak ziet weggelegd om de belangen van het bedrijfsleven te dienen, als een soort personeelschef van de BV Nederland.
Verdeel en heers-politiek
Iedereen die zich sinds het begin van de jaren negentig heeft ingezet voor migranten en vluchtelingen, heeft niets anders meegemaakt dan dat het beleid van migratiebeheersing steeds maar harder is geworden. Welke kleur het kabinet ook had, steeds gingen de ontwikkelingen dezelfde richting op: meer controle, meer disciplinering, meer repressie, meer uitsluiting, meer rechteloosheid. Dat het vooral de PvdA was die aan de wieg stond van deze ontwikkelingen, blijkt van wezenlijk belang te zijn geweest. Deze partij heeft daarmee de weg gebaand voor het maatschappelijk aanvaardbaar maken van het stigmatiseren van migranten en vluchtelingen, wat een uitgesproken rechtse partij als de VVD in zijn eentje veel moeilijker zou zijn gelukt. Dat mechanisme zien we ook vandaag de dag terug. Terwijl het kabinet Rutte I bekend stond om zijn ronduit racistische beleid en nog wel wat protest opriep, dreigt datzelfde beleid nu tamelijk geruisloos te worden ingevoerd, met medewerking en instemming van de PvdA. Tegen de strafbaarstelling van illegaal verblijf maakt een lange lijst van maatschappelijke organisaties al jarenlang bezwaar, zeker sinds het voorstel daartoe van het kabinet Rutte I. Maar de sociaal-democratische politici kijken de andere kant op en zijn akkoord gegaan met het opnemen van de strafbaarstelling in het regeerakkoord van Rutte II.
Het beeld dat het migratiebeleid pas is verscherpt met de opkomst van het rechtse populisme, met boegbeelden als Pim Fortuyn en Geert Wilders, klopt niet. Men zou zelfs kunnen stellen dat het beleid van sociaal-democratische bewindslieden tegen migranten en vluchtelingen, dat vaak ook gepaard ging met allerhande hetzes, de weg heeft bereid voor deze rechts-populisten die konden inspelen op het toegenomen zoeken naar zondebokken. Toen de geest eenmaal uit de fles was, bleek het te laat om de verdeel- en heerspolitiek van Wilders en de zijnen terug te kunnen duwen, tot verdriet van menig sociaal-democraat. De PVV-leider valt al jaren niet alleen de islam aan, maar ook “de linkse kerk”, waarmee hij vooral verwijst naar de PvdA, de partij die de repressieve politiek tegen illegaal gemaakte mensen begin jaren negentig in gang zette en met het stigmatiseren van migranten en vluchtelingen bijdroeg aan maatschappelijk klimaat waarin “allochtonen” als zondebok functioneren. De PVV gedijt op de voedingsbodem die PvdA-bewindslieden hebben gelegd.
Ook de SP en GroenLinks stemmen in met de fundamenten van het beleid van migratiebeheersing. In feite zijn in de parlementaire politiek de verschillen in standpunten tussen de diverse partijen op het gebied van migratie marginaal. Alle parlementariërs gaan immers akkoord met het illegaal maken, het maatschappelijk uitsluiten en het deporteren van mensen die als “ongewenst” en “onbruikbaar” worden gebrandmerkt. De SP heeft in de loop der jaren flink bijgedragen aan stemmingmakerij tegen “allochtonen”, niet alleen met de geruchtmakende nota “Gastarbeid en kapitaal” uit 1983, waarin buitenlandse arbeiders tot probleem werden gemaakt, maar ook met haar enthousiaste en aanhoudende pleidooi voor integratiedwang, jaren later. Trots verkondigde de SP als eerste te hebben aangedrongen op de inburgeringsplicht. Men had er blijkbaar weinig moeite mee dat de integratiedwang de maatschappelijk druk op migranten en vluchtelingen nog verder opvoert, hoewel her en der wel wat gemor binnen de SP viel te bespeuren.
Tentenkampen
Het van bovenaf beschrijven van de schier eindeloze rij beleidsmaatregelen en hetzes tegen migranten en vluchtelingen draagt het risico in zich dat de strijd van onderop, door en voor migranten en vluchtelingen, uit het zicht raakt. Uit analyses van machtsverhoudingen moet niet het beeld rijzen dat er voor mensen in kwetsbare maatschappelijke posities geen ontsnappen mogelijk zou zijn, dat ze willoos zouden zijn overgeleverd aan de almacht van staat en kapitaal. Want migranten en vluchtelingen laten zich het repressieve beleid niet passief door de strot duwen, maar verweren zich ertegen, zowel individueel als collectief, op zeer uiteenlopende manieren.
Elke dag zijn ze tegen dat beleid in gevecht, simpelweg door hier te overleven en te weigeren om te vertrekken. Hun levens zijn de afgelopen 25 jaar ontegenzeggelijk veel moeilijker geworden. Er worden meer mensen illegaal verklaard, er worden meer mensen uitgesloten en opgesloten, en er vallen meer doden aan de Europese buitengrenzen en elders. Maar uit het feit dat al die maatregelen nodig worden geacht, kunnen we ook afleiden dat de machthebbers de migranten en vluchtelingen er als groep niet gemakkelijk onder krijgen. Iedere nieuwe, nog repressievere wet is zo ook een erkenning van de staat dat de vorige onvoldoende effect had. Hoeveel energie en geld de staat er ook in steekt, migratie blijkt niet helemaal beheersbaar te zijn. De migranten en vluchtelingen behouden een vorm van autonomie, dat wil zeggen dat ze uiteindelijk zelf bepalen waar ze wonen en leven.
Hoewel flink wat illegaal gemaakte mensen in handen vallen van de staat, zijn er ook een heleboel die zich hier weten te handhaven, tegen de verdrukking in. Dat is een uiting van wilskracht, van overlevingsdrang, en daar heeft de staat onvoldoende antwoord op. Het gaat om een permanente strijd tussen degenen die hier willen blijven en de staat die alles op alles zet om hen tegen te houden, uit te sluiten en te verwijderen. Illegaal gemaakte mensen voeren hun overlevingsstrijd niet georganiseerd als categorie, maar veelal individueel, ieder voor zich. Ze proberen de moed erin te houden, controles te ontlopen, inkomen en onderdak te regelen en te behouden. Daarbij krijgen ze vaak hulp van familie, vrienden, lot- en landgenoten en soms ook van steungroepen. De staat probeert het al deze individuen en groepen zo moeilijk mogelijk te maken, uiteindelijk misschien zelfs wel via criminalisering van hulp. Maar allemaal samen zorgen ze ervoor dat de staat zijn zin niet krijgt en dat illegaal gemaakte mensen weten te overleven. Dat is een vorm van concrete tegenmacht.
Sinds ruim een jaar geven vluchtelingen met tentenkampen vorm aan hun strijd om hier te zijn en te blijven. Het is belangrijk om daarbij in het oog te houden dat de actiekampen slechts het topje van de ijsberg zijn. Ook buiten de tentenkampen gaat de dagelijkse strijd door. De strijd van vluchtelingen vraagt om ondersteuning die nadrukkelijk uitgaat van hun eisen. De vluchtelingen vechten niet voor tijdelijk onderdak in afwachting van terugkeer naar hun landen van herkomst. Dat chantage-aanbod van het vorige en het huidige kabinet wijzen ze af. Ze strijden daarentegen voor verblijfsrecht en bescherming hier, in dit land. Wie solidair met de vluchtelingen wil zijn, moet die eis dan ook centraal stellen en het migratiebeheersingsbeleid in de kern aanvallen.
Deze tekst verscheen eerder in het tweemaandelijkse tijdschrift Grenzeloos, in nummer 121 van januari 2013 dat inmiddels ook integraal op internet is te lezen.
Dit stuk is eerder verschenen op de website van Doorbraak.eu; auteur Harry Westerink.
“Het zijn vooral PvdA-politici geweest die het fundament hebben gelegd onder de sociale en bestuurlijke apartheid, die gestalte kreeg door de identificatieplicht, het sofi-nummer en de Koppelingswet, waardoor vrijwel alle voorzieningen op het gebied van onderdak, inkomen en werk werden afgesneden voor mensen zonder verblijfsrecht. Helaas is deze politiek van uitsluiting gaan behoren tot de alledaagse normaliteit” De sociaal democratie ten voeten uit , of ze nu PvdA VARA of FNV als masker dragen . in de jaren 50 en 60 diende ze om de eisen van de Arbeiders slechts ten dele in te willigen en revolutionair elan zoals van de EVC de nek om te draaien , nu helpen ze om de paar rechten die toen verworven zijn zo snel mogelijk af te bouwen met fake compromissen ..
@1 Al,
Die Harry kan nu wel een potje gaan zitten zeiken over de PvdA, maar ik heb niet het flauwste idee wat hij wil. Hary is lid van de Tegenpartij, zeker?
Dat de SP meegenomen wordt in het rijtje is niet meer dan terecht. Het provincialisme van de SP maakt dat ik ze nooit volledig vertrouw. Helaas…
Ik mis de glansrol van het CDA in dit stukje van doorbraak.