Met beschaamde ogen blikken we terug op de tijd wanneer Europeanen de zee overstaken om hele gebieden in te palmen, de lokale bevolking af te slachten, landen te plunderen, en ja, zelfs toen al, het milieu naar de vaantjes te helpen. Gelukkig is dit verleden tijd, of niet?
2019 is ‘Humboldt Jaar’, het is de 250ste verjaardag van Alexander von Humboldt, één van de grootste wetenschappers en ontdekkingsreizigers aller tijden. Begin jaren 1800 was hij op expeditie door Zuid-Amerika en werd hij geconfronteerd met de twee dark sides van de Europese expansiedrang: de vernietiging van de natuur en de uitbuiting van de mens.
Hij was zich in die tijd al bewust van de negatieve impact die massale boskap op het milieu had. Tijdens zijn tochten langs de overdreven geïrrigeerde velden zag hij reeds dat het waterpeil alarmerend aan het dalen was. Tweehonderd jaar later is de bosindex van Vlaanderen nog steeds een armzalige 10,4 procent en over onze waterproblematiek, mede-veroorzaakt door extreme irrigatie en spilzucht door ons landbouwbeleid, zullen we het maar niet hebben.
Meer dan twee eeuwen geleden riskeerden wetenschappers hun leven tijdens hun reizen om ons te waarschuwen voor de allesvernietigende gevolgen van roofbouw. Toch hebben we vandaag een Zweeds meisje van 16 jaar nodig dat ons met de neus op de feiten drukt. Waarvoor dient wetenschap als we die enkel gebruiken wanneer het ons goed uitkomt.
In de geschiedenis gebeurde het vaak dat Europeanen soortgenoten gingen doden of misbruiken: de Romeinen hun slaven, de Belgen de Congolezen, Hitler de Joden, de kolonisten in Zuid-Amerika,… Een gezond mens kan dergelijke wantoestanden alleen ‘toelaten’ door middel van een psychologisch trucje, namelijk door de mens te ontmenselijken. De kolonisten zagen de lokale inwoners niet als mensen maar als ‘savages’ of ‘wilden’. Europa was er dan ook van overtuigd dat de ‘wilden’ aan de overkant inferieure mensen waren. Uiteindelijk bleek dat het gewoon de ‘domme’ Europeanen waren die hen niet verstonden of hen niet wilden verstaan. Humboldt was immers verrast over de kennis die de lokale bevolking bezat en de geavanceerde geschriften die ze hadden.
Mensen respecteren pas andere mensen, of levende organismen in het algemeen, als ze die kunnen of willen begrijpen. Op een dag zullen onze beleidsmakers dus ook ‘bomen’ begrijpen, snappen waarom ze nuttig zijn, en zullen ze misschien onze bosindex optrekken naar 35 procent.
We weten met volle zekerheid dat onze liefste kat of schattigste labrador een volwaardig wezen is, en velen van ons denken hen zelfs te begrijpen. Hierdoor respecteren we hen ook. We gaan voor hen, net als voor een ander mens, door het vuur om hun leven te beschermen.
Ondanks onze voortreffelijke intelligentie doen we nog steeds ons best om een blinde vlek te cultiveren. Om niet te moeten inzien wat voor fantastisch intelligente wezens koeien, varkens of kippen zijn. We zien ze nog steeds als ‘savages’ of ‘wilden’. Hierdoor vinden we het helemaal niet erg dat het grootste deel van deze diertjes in onze vleesmaaltijd vanaf de geboorte tot in het slachthuis mishandeld worden. De verpakking met een schattig koetje erop in de supermarkt, houdt die blinde vlek immers mooi in stand.
Een gemiste kans om wat respectvoller om te gaan met onze naasten, wat niet wil zeggen dat we ze niet respectvol en liefdevol mogen verorberen, of is dit nog steeds een blinde vlek? De instandhouding van intensieve veeteelt, door het overmatige landgebruik en uitbuiting, is één van de grootste kolonisatie die we heden ten dage kennen. Herkauwers kunnen ingeschakeld worden om CO2 op te slaan door regenerative grazing, maar dit is nu allesbehalve het geval. Laten we kijken naar soja die rijkelijk vanuit – ahum – Zuid-Amerika wordt geïmporteerd en verantwoordelijk is voor de ondergang van honderdduizenden hectaren regenwoud per jaar, en voor tonnen CO2 uitstoot via vervuilende schepen. Met diezelfde soja, of zelfs maïs, kan je veel meer mensen direct voeden in plaats van ze eerst te geven aan arme koeien, die niet eens gemaakt zijn om soja of maïs te eten.
Als we vandaag een totaalverbod invoeren op het voederen van dieren met eten dat wij als mens zelf kunnen opeten, dan kunnen we reeds een groot stuk land dekolonialiseren en is er automatisch iets minder veeteelt, dus ook minder dierenleed.
De schrijver, Louis De Jaeger, heeft als missie zoveel mogelijk land te verduurzamen en doet dit als landschapsarchitect, met de ByeByeGrass campagne, als lid van een agro-ecologie-denktank en door het sensibiliseren met het schrijven van artikels en een boek over de toekomst van landbouw.
– Bron: De Wereld Morgen