De verkiezingen in Groot-Brittannië op 8 juni 2017 zijn uitgedraaid op een vrolijk spektakel voor linkse en radicale mensen. Vrolijk, omdat rechts een flinke tik heeft gekregen en alle zeilen bij moet zetten om te ontkennen dat het wonden te likken heeft en flink uit haar evenwicht is. Vrolijk ook, omdat veel mensen via sten aan Corbyn een afwijzing van het asociale neoliberalisme van May tot uiting hebben doen komen. Maar ook een spektakel, een kijkspel iets om naar te kijken om bij te staan juichen en applaudisseren. Deelname aan dat spektakel is ‘deelnemen’ aan iets waarin anderen beslissen over de regie, de rolverdeling en het scenario. Ja, de stemming onder kiezers is naar links geschoven, al staat te bezien hoeveel en vooral hoe diepgaand. Er is dus reden tot enige gepaste vrolijkheid. Maar de euforie die in linkse kringen is uitgebroken na deze verkiezingen, lijkt me onberaden en weinig productief. Met een variatie van een oude leus: Don’t celebrate. Organize.
Lees je linkse commentaren, van gematigd tot radicaal, dan zou je haast gaan denken dat er in Londen zo ongeveer een revolutie heeft plaatsgevonden, compleet met bestorming van Bastille en alles er op en er aan. Het enige wat er, na dat hung parliament, nog aan ontbreekt is nog een hung government. Maar misschien kunnen we dat laatste ook uitstekend aan de Conservatieven zelf overlaten.
De euforie is begrijpelijk: in een door rechts gedomineerd politiek landschap is elk succesje voor een links geluid zo ń verademing dat mensen van pure opluchting al aan het juichen slaan. Maar het feestgewoel onttrekt al te makkelijk enkele harde feiten en noodzaken aan oog en oor. Ik ga de pluspunten aanduiden, want er is wel degelijk iets aardigs en leerzaams gebeurd. Ik ga meteen de beperkingen ervan aanduiden, en de risico’s die er kleven aan het negeren daarvan. Een overwinning uitroepen waar die niet is, zet ons immers op een dwaalspoor dat we maar beter kunnen vermijden.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: ravotr