Er is moeilijk een andere kwalificatie voor de formulieren-, beoordelingen-, afwijzingen-, beroeps- en sanctieswereld van de Grote Uitkeringsmachinerie te bedenken dan kafkaësk. Maar eigenlijk vind ik het gebruik van dit woord een belediging van de schrijver.
I Daniel Blake opent met een onzichtbare vragenstelster die de naamgevende hoofdpersoon vragen stelt over zijn gezondheid, die totaal niet ter zake zijn. Hij is schrijnwerker, bouwvakker dus, die tijdens zijn werk geveld werd door een hartaanval. Zevenenvijftig, vol goede moed dat hij er bovenop zal komen, en dan wordt hij aan de bureaucratie onderworpen. Of hij incontinent is. Of hij zijn hoed kan optillen. “Bent u een dokter? Op grond waarvan stelt u deze vragen? Kunnen we het eindelijk over mijn hart hebben?” Dit is natuurlijk brutaal en bedreigt de voortzetting, of liever, de aanvang van zijn uitkering. De vragenstelster is gezondheidszorgconsulente, zijn huisarts en specialist zeggen dat hij voorlopig zijn werk niet kan hervatten.
De consulente vindt dat hij wel aan het werk kan.
In de ruimte waarin de helse gesprekken plaatsvinden vraagt een jonge alleenstaande moeder van twee kinderen om clementie: helemaal geen geld, geen vooruitzicht. Blake neemt het voor haar op en beiden, inclusief de twee kinderen, worden door het soort mannetjes dat hiervoor in dienst is bij zulke instellingen, naar buiten gewerkt onder bedreiging van “de politie bellen”.
Nu ik het opschrijf dringt tot mij door dat de film een uitdrukking is van de liefde tussen de jonge moeder, Katie Morgan, en Daniel Blake. Heel bijzonder voor een film: niks sentimenteels, geen violen, geen erotiek. (Geen eros, maar agapi, voor wie dit begrijpt). Je krijgt het pas door als je het geziene op je in laat werken. Ook de mensen in de omgeving in de ruime zin van het woord leven mee, zonder sentimentaliteit. Voor scenarioschrijver Laverty is dit een baken van hoop: het regime wil je doen denken dat je naaste je vijand is die van jouw centen vreet, en in de praktijk is er naastenliefde. Niet iets van boven- of buitenaf gepredikts: denk aan Kropotkins Wederkerig Dienstbetoon of Rutger Bregman die constateert dat de meeste mensen aardig zijn.
Maar zowel Katie als Daniel worden vermalen door de Machinerie, gehanteerd door de Tories maar al in werking gezet door New Labour, onder Brown met name. Bureaucraten die zich aan de Regels houden (een enkeling lijkt menselijk, maar dat mag niet van de cheffin) en hun Regels zeggen dat jij je niet aan de Regels houdt en dus maar moet zien hoe je rondkomt. En er gloort geen morgenrood. Dat is niet prettig, wel realistisch. Ken Loach zegt ook dat de film de moedwillige, ideologisch gedreven wreedheid van het door de Tories beheerste systeem weergeeft.
Wat de film voor mij misschien extra aangrijpend maakt is de uiterlijke gelijkenis, en de overeenkomst in gedrag in zijn rol, van de hoofdrolspeler met een vorig jaar door kanker gevelde kameraad.
Meer zeg ik dan maar niet, ik zet een centraal muziekthema uit de film op: Sailing by van Ronald Binge, uitgevoerd door het BBC Concertorkest, de herkenningsmelodie van de scheepsberichten…
I Daniel Blake, regie/productie: Ken Loach; scenario: Paul Laverty; Daniel Blake: Dave Johns; Katie Morgan: Hayley Squires