‘Als partijleider is het belangrijk om leidend en opinievormend te zijn,’ meende Lilianne Ploumen bij haar afscheid als partijleider van de PvdA. Deze opdracht is wellicht wat te veel gevraagd van een partijleider, van welke kleur dan ook. Maar los van deze te hoog gegrepen idealen is het zo dat opinievormend en sociaaldemocratie twee begrippen zijn die elkaar niet zo lekker liggen.
Van intellectuele armoede getuigend is de flirt met GroenLinks om door verregaande samenwerking van de partijen sterker te staan. Niet dat het niets zou kunnen opleveren maar de overwegingen ertoe hebben slechts in zoverre met politieke visie te maken dat samengaan sterker maakt – een mooie en aloude gedachte – echter weinig met een linkse analyse over maatschappelijke ontwikkelingen.
Democratie centraal
Een analyse zou kunnen beginnen met de constatering dat de sociaaldemocratie een aantal punten biedt waar niks mis mee is. De sociaaldemocratische ideologie plaatst democratie centraal – een punt dat bijvoorbeeld ook Rosa Luxemburg uitdrukkelijk benoemde: socialisme en democratie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En de overheid dient een behoorlijke vinger in de melk te brokkelen te hebben wat betreft economische ontwikkelingen. Zo zouden er een aantal overheidsbedrijven zijn naast tal van private ondernemingen, die vooral het midden- en kleinbedrijf vormen. Dit met in het achterhoofd dat complete socialisering van de economie tot nog toe minder florissante uitkomsten heeft opgeleverd dan in theorie is gedacht. Zelfs ‘communistisch’ China heeft een rijk palet aan private ondernemingen toegestaan, waarbij echter de Chinese Communistische Partij nog wel strak de grenzen bepaalt van wat mogelijk is.
China
China is evenwel niet democratisch, wat dus niet ten voorbeeld kan strekken. Maar zijn enorme economische ontwikkeling, waarvoor sommigen in het Westen zelfs bevreesd zijn, is wel iets om over na te denken. Wat maakt het dat China zo opstoomt in de vaart der volkeren? Kern voor de opkomst van China is dat het een groot, bevolkingsrijk land is. Als in China een regering een bepaald beleid uitstippelt met betrekking tot internationale zaken – denk aan de Nieuwe Zijderoute – dan heeft dat verregaande impact.
Wat heeft China evenwel met de PvdA te maken? Is dat niet erg vergezocht? Het voorbeeld China is echter gebruikt om op impact van beslissingen te reflecteren. Als de PvdA en GroenLinks eventueel fuseren, hebben ze slechts invloed in Nederland. Niet eens in de EU, waar de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten, de sociaaldemocratische fractie in het Europees Parlement, en de Europese Groene Partij, waarvan Groenlinks lid is, gescheiden opereren. Die Europese dimensie is in toenemende mate van belang omdat, zoals ik in Gaat links het voorbeeld van Volt volgen? heb aangegeven, de invoering van EU-richtlijnen in 2009, die dwingend door de lidstaten in wetgeving moeten worden omgezet, betekent dat de Nederlandse PvdA + GL slechts zeer geringe invloed daarop hebben.
Patriotten
Je kunt je vanzelfsprekend tevreden stellen met je beperkte invloed. Daarmee en met een dito klein blikveld lijkt de sociaaldemocratie te volstaan. Zelfs de Socialistische Internationale, de internationale organisatie van sociaaldemocratische partijen, is niet meer wat het geweest is. De PvdA en de zwaarwegende Duitse SPD zijn er geen lid meer van. Terecht omdat de Tunesische partij RCD van dictator Zine el Abidine Ben Ali en de Egyptische partij NPD van dictator Hosni Moebarak tot 2011, het jaar van de Arabische Lente, lid waren van deze Socialistische Internationale. Er is evenwel geen mondiale organisatie meer die haar vervangt.
Dat beperkte blikveld is misschien de consequentie van de ontstaansgeschiedenis van de sociaaldemocratie. In 1914 stemde de Duitse SPD, de grootste sociaaldemocratische partij toentertijd, voor oorlogskredieten voor het ‘vaderland’ en daarmee tegen de internationale solidariteit van arbeiders. Dat was zo schokkend dat Vladimir Lenin aanvankelijk geloofde in vals nieuws van een journalist. Maar soit, dat patriottisme doordesemt nog immer de sociaaldemocratie. Zo benadrukte Keir Starmer, de Britse Labourleider, in 2021 op een grote Labourconferentie dat de aanwezigen patriotten waren.
Globale integratie
Patriottisme en de daarmee verbonden soevereiniteit zijn echter grotendeels achterhaald in de huidige era. Het Verenigd Koninkrijk sukkelt achteruit na Brexit. Het achterhaalde patriottisme is een thema waar ik al vaak over heb geschreven. Onlangs merkte ik echter een korte, krachtige formulering in verband ermee op van Branko Milankovic, één van ’s werelds invloedrijkste opinievormers: ‘Landen kunnen slechts rijker worden als ze minder soeverein worden, dat wil zeggen meer globaal geïntegreerd.‘ Natuurlijk is het een generieke uitspraak en er zijn landen waarvoor ze niet geldt. De VS bijvoorbeeld doet wat het zelf goeddunkt en probeert zijn waarden mondiaal te implementeren. Maar voor het overgrote deel van landen geldt de formulering over de inverse relatie tussen welvaart en soevereiniteit wel.
Als de sociaaldemocratie de toestand in de wereld goed zou analyseren, zou het best Milanovic’ formulering als uitgangspunt nemen. Maar in het begin heb ik opgemerkt: opinievormend – met andere woorden gebaseerd op een doordachte analyse – en sociaaldemocratie zijn twee begrippen die elkaar niet zo lekker liggen. Vermoedelijk kiest de sociaaldemocratie voor populistisch patriottisme boven trefzekere analyses.