Het einde van de oorlogsgeschiedenis?

Geschiedenis gaat over oorlog. Oké, niet helemaal maar wel goeddeels. Het ontstaan van Nederland als staat begon ook al met een oorlog, die liefst 80 jaar duurde. Leer je over het ontstaan van de Europese cultuur via de antieke Grieken, dan leer je ook dat ze bijna continu oorlog voerden. En oorlog is niet beperkt tot de geschiedenis van het Westen maar is een mondiaal fenomeen.

De constante aanwezigheid van oorlog in de geschiedenis betekent echter niet dat hij altijd zal blijven voortbestaan. Een teken voor het einde van oorlog kan de Russische inval in Oekraïne zijn. Het Russische leger maakt niet de opmars die Vladimir Poetin in gedachten had. De verliezen aan Russische kant zijn ook enorm naast de verschrikkelijke verwoestingen van Oekraïne. In De overschatting van de oorlogsmachinerie uitte ik het vermoeden dat de factor motivatie een belangrijker rol speelt dan algemeen wordt aangenomen. De verdedigende partij vecht tot het uiterste voor het bestaan van het land terwijl de soldaten van de aanvallende partij het met holle retoriek moet doen. In het onderhavige geval moeten de Russen het doen met retoriek van denazificatie van Oekraïne. Dat is een garantie voor een militair fiasco.

Zo’n mislukking is niet te wijten aan de instelling van de Russen. Amerikanen hebben er de laatste decennia al een hele serie miskleunen opzitten. De VS kon het militair nietige Zuid-Vietnam niet veroveren. In Irak werd middels twee oorlogen Saddam Hoessein een kopje kleiner gemaakt maar het land is nog steeds instabiel, waarbij verschillende groepen elkaar bestrijden en er regelmatig grote aanslagen plaatsvinden. In Afghanistan heerst na terugtrekking van Amerikaanse troepen het schrikbewind van de Taliban weer. Dit wederkerend falen van het bereiken van doelstellingen met oorlogen lijkt op een patroon te duiden.

Het einde van het koloniale tijdperk is gerelateerd aan hetzelfde patroon. Een vreemde bevolking langdurig met militaire middelen onder de duim houden, wat grote kosten in materieel en immaterieel opzicht met zich meebrengt, is ondoenlijk in de huidige tijd. Ook al zou het doel verbetering van de levensomstandigheden van een volk zijn, dan vergt de realisatie daarvan vaak een cultuuromslag die niet van vandaag op morgen wordt bereikt. Zo is het vreselijk waaraan de Taliban de eigen bevolking onderwerpt maar een militaire oplossing door buitenlanders werkt niet – tenzij het ministaten betreft zoals Grenada, waarvoor Ronald Reagan een invasie op touw zette. Zelfs een gruwelbewind van de Taliban krijgt een kans boven vreemde overheersing. Voor Oekraïne zou een Russische overheersing evenzeer of op nog meer weerstand stuiten. De oorlog is vanuit Russisch perspectief zinloos. En van daaruit geëxtrapoleerd lijken oorlogen voor de aanvaller steeds meer zinloos.

Hoewel een eerste reactie op de aanval door Poetins regime een pleidooi voor grotere uitgaven aan defensie in westerse landen was, kan het toch niet zo zijn dat deze analyse van onwinbare oorlogen niet terrein wint. Voor onwinbare oorlogen heb je simpelweg niet meer oorlogstuig nodig, die blijven niet te winnen. Iedereen zal beseffen dat een bovenmatige militaire versterking alleen maar kan betekenen dat degene die dat doet zijn overwicht (op termijn) zal willen uitbuiten. De beste strategie is om de krijgsmacht af te bouwen want de verdedigende partij weet dat de motivatie voor de verdediging van de eigen bevolking sterk meetelt tegen een eventuele aanvaller. Afbouwen wil niet zeggen het weggooien van alle wapens, dat zou onnozel zijn, maar een sterke reductie van wapentuig draagt enorm bij aan vrede in de wereld.

Deze analyse van de onwinbare oorlog doet meer dan de provocatieve stelling van The End of History?, een beroemd essay van Francis Fukuyama, die beweerde dat het liberale ‘democratische’ kapitalisme de uiteindelijke afloop van de historische ontwikkeling betekende, het einde van de oorlogsgeschiedenis een bereikbare uitkomst lijken.