Een bespreking van het werk van zwarte Amerikaanse intellectuelen over het heikele thema racisme, kreeg van de boekenredactie van de NRC de kop ‘Nigger, are you crazy?’, en werd voorzien van beladen illustraties. Een trans-Atlantische controverse was geboren. Een scherpe reactie vanuit de Washington Post leidde tot hevige verontwaardiging en groot onbegrip onder de Nederlandse babbelende klasse, aangevoerd door Sylvia Witteman. Rare, politiek correcte Amerikanen.
Vreemd is de ontstane verontwaardiging niet. Zoals NRC-journalist Guus Valk al stelde in de bespreking zelf, wordt het N-woord om zeer begrijpelijke redenen als kwetsend ervaren door de zwarte bevolking. De historisch zo gegroeide regel is: zwarten zelf kunnen het gebruiken als een soort geuzennaam, bij anderen heeft het die betekenis per definitie niet. Dat woord gebruik je niet in een krantenkop en al helemaal niet zonder aanhalingstekens. We leven in Nederland niet in een bubbel waar ons taalgebruik vrij is van een dergelijke geladenheid.
Als Donald Trump zegt dat vrouwen die hem bekritiseren, dat vast en zeker doen omdat ze aan het menstrueren zijn, dan begrijpen we allemaal dat dit weinig verheffend is. We begrijpen zelfs dat het seksistisch is. En een bespreking van boeken over seksisme illustreren met seksistische clichés over vrouwen, dat valt vast ook niet lekker. Het onvermogen om dit soort basale etiquette in acht te nemen als het op ras of etniciteit aankomt, is opvallend. Dat dit onvermogen vervolgens door critici herleid wordt tot een gebrek aan diversiteit in de Nederlandse media, dat is eigenlijk niet heel erg verwonderlijk. (Lees verder bij de bron van dit artikel)