Roy Hodgson, de Engelse voetbalbondscoach, heeft een kleurrijke voorlopige selectie gemaakt voor het komende Europees Kampioenschap.
Toen Roy Hodgson zijn teamselectie bekendmaakte, had hij zich niet overgegeven aan ‘doorgeslagen politieke correctheid’ ofschoon een meerderheid van zijn spelers van Afro-Caribische en gemengde afkomst is. De fans? In bijna alle gevallen kan het hen geen ruk schelen, een winnend optreden is alles dat er toe doet.
(openDemocracy [vertaald uit het Engels])
De observatie dat de afkomst van de spelers voor de fans niet uitmaakt, is belangrijk. Het gaat om winnen. Als je dat vertaalt in politiek-economische termen is de samenstelling van de bevolking nauwelijks van belang, het gaat om een beter leven. Nu de economische crisis aanhoudt, zoeken velen naar zondebokken. De gemakkelijkste slachtoffers zijn degenen die er niet waren in voorspoediger tijden. Maar economie is niet zo gemakkelijk te begrijpen als voetbal. Het zou bij slechte resultaten van een voetbalploeg onzin zijn die de gekleurde spelers te verwijten. Het is duidelijk dat ze verkozen worden op grond van hun voetbalcapaciteiten en niet vanwege politieke correctheid. Met een aloude witte selectie was het zeker en vast nog beroerder afgelopen. Met dit in het achterhoofd is het evenzeer fout om de beroerde economische situatie te wijten aan nieuwe Britten, nieuwe Nederlanders, enzovoorts.
Nieuwe inwoners lijken de identiteit van een natiestaat te ondermijnen. Die lijkt subjectief zo vanzelfsprekend en er altijd geweest te zijn. Als je echter de geschiedenis bestudeert, weet je dat die een vrij recent verschijnsel is. De natiestaat is niet zo solide. Hij lijkt daarmee op de Sovjet-Unie. Die leek begin 1989 een enorm sterke creatie die nog in geen jaren veel van haar macht zou verliezen. Een paar jaar later behoorde ze tot het stof der geschiedenis. Wanneer de modale man/vrouw doorkrijgt dat de natiestaat een construct is dat de economie in de weg zit, kan het net als met de Sovjet-Unie rap afgelopen met hem zijn in Europa. ‘It’s the economy, stupid,’ zei Bill Clinton ooit. Die uitspraak blijft een voltreffer.