Gisterenmiddag demonstreerden bij een praktijkcentrum van de Amsterdamse DWI in Zuid-Oost mensen van FNV Bondgenoten, SP Amsterdam, de Bijstandsbond, Doorbraak en sympathisanten tegen dwangarbeid. Die organisaties hebben zich onlangs verenigd in het comité Dwangarbeid Nee.
Belangrijker nog dan het demonstratieve gedeelte was het contact leggen met de dwangarbeiders zelf. Sommigen kwamen zo’n beetje briesend naar buiten, en noemden het regelrechte uitbuiting waar ze van 7:30 tot 15:30 uur aan deel moesten nemen, 32 uur per week, op straffe van korting van hun uitkering. Er kwam echt een woede uit bij diverse dwangarbeiders met wie we spraken, en ze waren heel blij dat er eindelijk eens iemand naar hun situatie informeerde en er zelfs wat tegen wilde doen. We spraken in totaal met enkele tientallen mensen.
Er was dus veel bijval voor het comité, dat op maandag 22 april weer een bijeenkomst houdt. Door de vele contacten die er zijn gelegd kan er een grote groep dwangarbeiders op de bijeenkomst komen, waarmee het een succes zou worden.
Ellende
Het Praktijkcentrum aan de Laarderhoogtweg herbergt, maar creëert vooral ook, veel ellende. Iedereen wil een gewone baan, maar bijna niemand vindt die vanuit dit dwangarbeid-centrum.
We spraken een man, elektrotechnicus, die er al acht maanden zit, en die voor drie maanden bij een bedrijf te werk was gesteld vanuit het centrum. Een onbetaalde proefperiode. En hoewel het bedrijf hem goed vond, nam het toch liever weer een ander voor drie maanden, gratis. Hoelang dat zo nog doorgaat weet hij niet, sommigen zitten al twee jaar in het praktijkcentrum.
Het kost zelfs geld om gratis te werken, want de reiskosten naar de Laarderhoogtweg moeten de dwangarbeiders zelf betalen. Er is een vergoeding van maximaal twintig euro per maand, maar als je tien kilometer van het centrum woont is dat niet genoeg. In de zomer is fietsen leuk, maar niet het hele jaar. De twintig euro vergoeding kreeg een van de ‘werklozen’ trouwens al een paar maanden niet meer. Onbekend waarom. “Maar wat moet je”, zei hij. “Je wilt toch ook niet als zwerver leven, met kinderen kan dat sowieso niet.” Het trof ons hoe serieus de man die optie besprak.
Een ander was al drie maanden bij Albert Heijn aan het vakken vullen geweest voor zijn uitkering, had nog drie maanden gratis gewerkt in de horeca en zat nu al weer 5 maanden in het dwangarbeid-centrum 32 uur per week schoon te maken. Er was gisterochtend ook iemand ontslagen, zo hoorden we. Die zal dus wel zonder uitkering op straat komen te staan.
Opgesloten
Binnen is het riskant om kritiek te uiten, vertelde menigeen. Je hebt zo een korting te pakken. Ook voor niet Nederlands spreken. Het voelt als een kamp hoorden we ook; de dwangarbeiders mogen niet naar buiten in de pauze. Alleen om te roken, maar dan op de binnenplaats. Sommigen zitten 32 uur per week in het dwangarbeid-centrum voor een uitkering van 200 of 220 per maand, zoals een tienermoeder die we spraken. Dit lijken een soort langdurige stageconstructies met het ROC te zijn.
Er worden ook mensen met busjes gebracht naar de Herstelling, om gratis werkzaamheden te verrichten aan het UNESCO-werelderfgoed De Stelling van Amsterdam. Anderen rijden in busjes naar een plek waar ze een Amsterdams archief moeten digitaliseren. Ook worden mensen in de schoonmaak ingezet en in de inpandige horeca. Anderen werken als bewakers op het stadhuis, drie maanden op proef met daarna een betaalde uitzendbaan, zo wordt hen althans voorgehouden.
Het bezoek aan dit dwangarbeidcentrum was een overdonderende ervaring. Vanwege de ellende die we hoorden, maar ook vanwege de onverholen woede over de dwangarbeid.
Wil je ook je verhaal over dwangarbied kwijt? Mail dan naar dwangarbeid@doorbraak.eu. We kennen uit eigen ervaring de repressieve sfeer die er kan heersen op en rond de dwangarbeidplaatsen. Daarom brengen we vanzelfsprekend alleen verhalen naar buiten waar jij expliciet toestemming voor geeft.
Geschreven door Jeroen Breekveldt en oorspronkelijk verschenen op doorbraak.eu
GEWIST ivm REGELS
Leer eens een fatsoenlijke tekst schrijven! Amateurs