Al ruim een decennium worden we in Nederland getrakteerd op veelheid aan publieke media. Winkelstraten en koopgoten lachen je toe. Iedereen heeft tegenwoordig minstens één televisie en één computer aangesloten op het internet. Voortdurend wordt er geklaagd over de afstand tussen burger en politiek, maar als je de media mag geloven kan daar helemaal geen sprake van zijn. Peilingen, meningen die in kaart worden gebracht, onderzoekjes gebaseerd op uitkomsten, stemmen die in stukjes worden gehakt om gewenste conclusies te trekken. Alles waarmee je je spelenderwijs kunt identificeren wordt ineens werkelijkheid, voor sommigen zelfs de waarheid. Neem bijvoorbeeld de bankencrisis. De banken hebben triljoenen verdiend in de afgelopen decennia, maar nu het even wat slechter gaat — bedoeld wordt minder winst dan gehoopt — worden we dagelijks bestookt met berichten, dat we allemaal moeten meehelpen om de crisis op te lossen. De uitkomst van dit gezelschapsspel laat zich voorspellen. Dat wat voorheen te complex was om uit te leggen aan het gewone volk wordt nu volledig ontdaan van inhoud en de politieke problematiek wordt gereduceerd tot een quiz. Als je op het juiste antwoord klikt krijg je een beloning. Misschien ben je wel de gelukkige en krijg jij alles.
Nog interessanter is de rol van de media. In plaats van een onafhankelijk, verantwoordelijk en kritisch element in onze maatschappij verwordt de journalistiek steeds meer tot een een politieke zender, met persoonlijke meningen en gesponsorde berichten, maar steeds minder feitelijke informatie. Het publiek krijgt een tweede scherm om het spel mee te spelen zonder ook maar enige invloed op dit hele proces te hebben. Het gaat niet meer om hoe bijvoorbeeld de ongecontroleerde derivatenhandel in de EU wordt aangepakt, maar om of je voor of tegen de EU bent, waarbij de kleur van de stropdas doorslaggevend is. Wanhopig zoeken de mediaprofessionals en consultants naar economische vernieuwing in het sociaal-politieke steekspel tussen algemeen nut en privaat eigendom. Bij de VVD krijgt iedereen een kans, net als bij de Staatsloterij. Als je nu voor ons kiest heb je over 28 jaar een baan. Enthousiast wordt gerefereerd aan een rapport van het CPB, waarvan de directeur de presentatie opent met: “Ik zou het allemaal niet te serieus nemen.” Het CPB wordt in rechtse kringen regelmatig een overbodige linkse club genoemd, vooral wanneer de berekeningen hun niet aanstaan. De PVV ging zelfs nog een stapje verder. Na jaren van verongelijkt schreeuwen dat het CPB een “linkse hobbyclub” was staat Wilders nu ineens als de bekende staatsman voor de camera om triomfantelijk te wuiven met de uitkomsten. De PVV heeft gelijk en mijn partij is de beste partij. Iedereen die niet op de PVV stemt is hartstikke gek.
Regelmatig schreeuwt Geert Wilders dat hij de waarheid spreekt en wordt bedreigd in het uitoefenen van die nobele praktijk. Hij ziet het zelfs als zijn belangrijkste opdracht: de waarheid spreken en de vrijheid van meningsuiting verdedigen, tegen links en de barbaren uit het oosten. Volgens hem is de islam geen godsdienst maar een “gevaarlijke ideologie” afkomstig uit een “achterlijke cultuur”, die als doel heeft het westen te vernietigen en ons allemaal te onderwerpen en te vermoorden. Hij noemt Mohammed een pedofiel en moordenaar, want alleen Wilders snapt de ware aard van de islam. Zelfs voor een mislukte pornofilm die na advies van een christenfundamentalist opnieuw werd verpakt om moslims te treiteren werpt hij zichzelf moedig in de bres. De vrijheid van meningsuiting móet worden verdedigd, een stelling die enthousiast wordt overgenomen door een leger aan idioten, die de trailer van de film rondposten, want de waarheid móet verteld worden. Dit argument hoor je wel vaker in extreemrechtse kringen. Wij moeten de waarheid spreken. En iedereen die onze waarheid niet erkent is gek, een communist, een jodenvriend of een dhimmi, in ieder geval een landverrader, of misschien wel terrorist. De vrijheid van meningsuiting dient te worden beschermd, want de zelfverzonnen werkelijkheid moet en zal als de waarheid worden gezien. Dus als iemand UFO’s ziet en beweert dat buitenaardse wezens onder ons de boel bestieren moet je dat respecteren, nee, zelfs erkennen. Ook al is er geen enkel bewijs. Je hebt godsdienstwaanzinnigen in allerlei kleuren.
Rutte vertelt ons ondertussen dat het allemaal hartstikke goed en volgens plan gaat. De economie krimpt, de kloof tussen arm en rijk wordt alsmaar groter. Grieken die niks meer te eten hebben en worden uitgescholden door hebzuchtige Nederlanders. De rijke Grieken, die nooit belasting betaald hebben, kopen alles waarvoor de belastingbetaler jaren heeft krom gelegen voor een habbekrats op, want dat moet van Europa en de boekhouders uit Nederland. Beelden op TV van Spanje met 517 huisuitzettingen per dag. Een bankklerk die trouwe klanten vertelt dat ze na twintig jaar hun huis uit moeten, want ze hebben geen inkomsten en zijn baas durft hen niet recht in de ogen te kijken. En onze minister van financiën zegt dat het voor je eigen bestwil is; daar is geen woord Spaans bij. De meest kwetsbaren, de armsten worden hard aangepakt, want er valt van hen weinig weerstand meer te verwachten. Het brede publiek in Nederland heeft, murw gebeukt door de dagelijkse breinrot van de commerciële televisiezenders en andere media, ieder geloof in vooruitgang verloren en kiest voor de dichtstbijzijnde aanbieding van de buurtsuper. Het model van de onderdrukking van het proletariaat door de bureaucratie is met succes overgenomen door de neoliberale kerk en hun media, vastgoedsector en financiële sector. Met hebzucht en zelfzucht als deugd in het vaandel worden alle deuren die grenzen aan de publieke ruimte gesloten en kent men zelfs de naaste buur van de afgelopen twintig jaar niet meer. Men wil hem ook niet kennen want misschien is het wel een dief. Of een pedofiel of terrorist. Feit is omdat ik hem niet vertrouw hij daarom hier niet hoort te zijn. “Mijn mening is de waarheid.”
De speculant met zijn laptop en satellietverbinding ergens op de Middellandse Zee moet je in zo’n crisis niet dwarszitten, want zijn inzet is onze toekomst. Woningbouwcorporaties, overheden, particulieren en banken, allemaal hebben ze hun geld ingezet op een ongewisse toekomst. Als het goed gaat dan is het goed ondernemerschap en mag de speler de winst houden. Gaat het mis, dan moet de hele samenleving er voor opdraaien. Die crisis die is van ons allemaal! Wij zijn immers allemaal schuldig en moeten allemaal boete doen om straks in de hemel te mogen komen. Het paradijs kan alleen bestaan als we het huishoudboekje op orde hebben. Met hard werken heeft iedereen succes! Duizenden mediaberichten moeten helpen de burger te verleiden tot een bewuste keuze, die vervolgens zijn pinpas in een gleuf duwt en na vier toetsen te hebben ingedrukt gelukkig weer een tijdje verder kan met het spul, dat door minderjarigen voor 2,50 per uur in de schappen wordt gepropt.
Als tenminste niemand meekijkt om alles af te pakken…
Eerst meedelen dat ik vind dat deze column is door Wltrrr haast perfect samengesteld.
“Mijn mening is de waarheid.”
Dit blijft een hot item. Door mijn werk ben ik in contact met veel mensen en deze trend van laatste jaren is erg sterk – een overweldigend grote groep mensen beseffen niet dat tussen objectieve waarheid en eigen mening inderdaad een groot verschil zit.
Ik hoor het vaak aangedragen : ” Ik denk het, dus het zou waar moeten zijn”.
Vervolgens wordt de objectieve waarheid genegeerd want men vindt eigen mening belangrijker dan de feiten.
Het is een werkelijke kwaad geworden waarop het consumentisme wordt makkelijk aangesmeerd.
Fact-free leven.
Gelukkig, intussen is decennia decennium geworden! 🙂
@Wltrrr stelt hier een fundamenteel dilemma aan de orde. Ik zie ook geen oplossing, zo 1,2,3.
Wat we wèl kunnen doen, heb ik bij Krapuul kunnen vaststellen, dat is de meest flagrante gevallen van misbruik van burgerlijke en maatschappelijke vrijheden aan de kaak stellen en bestrijden. Op dit moment zijn dat het marktfetisjisme en de profiteurs daarvan (banken/speculanten, etc.) en de protofascisten van het type Wilders.
Sorry, als ik er een paar vergeet.
En, zeker voor wat betreft het aanpakken van de PVV-maffia, heeft Krapuul tot nu toe best “een verschil gemaakt”.
Dat is een sprankje hoop in barre tijden, die nog lang niet ten einde zijn.
Moet ik je gelijk in deze toegeven.
Lekker fel ‘j ‘accuse’, Treffend heb je aan de kaak gesteld, hoe opportunistisch men omgaat met transparantie en medeverantwoordelijkheid. Eerst met vuur spelen en nu het huis brandt, zijn we allemaal mede verantwoordelijk.