Vandaag, 8 januari 2019, precies zes jaar na het proces tegen mij wegens opruiing op 8 januari 2013, heeft de Hoge Raad besloten: voor het schrijven van twee artikelen en voor een actie in de raadszaal van de gemeente Zeist tegen de gezinsgevangenis op Kamp Zeist, stuurt men mij in totaal twee-en-halve maand het gevang in. Schrik ik daarvan? Nee. Dit begon zeven jaar geleden al met een inval, huiszoeking, drie dagen in volledige beperkingen in een politiecel bij de Nationale Recherche en het offline halen van mijn website: wegens ‘opruiing’. De teksten waar het toen over ging, staan nog altijd op mijn website. Twee ervan zijn verboden: ‘Rara, wiens rechtsorde is het?’ en ‘Waar blijft de Hollandse opstand’. Justitie vindt het blijkbaar de moeite niet daar wat aan te doen, weet natuurlijk ook dat dit zinloos is omdat ze elders op internet verder zijn verspreid, maar vindt het wel nodig om me er vele jaren later nog voor op te sluiten. Dreiging, controle en repressie zijn sowieso nadien niet aflatend geweest. Door uiteindelijk lafhartig een voorwaardelijke straf op te leggen wegens die ‘opruiing’, hoopte men dat ik me zou inhouden. Maar proeftijd is net als de wet: irrelevant als er kinderen worden opgesloten en gedeporteerd. Denkt de Neederlandse staat nu werkelijk door mij op te sluiten me van gedachten te doen veranderen? Lachwekkend! Want terwijl ze van mij hopen even af te zijn, zal de deportatiemachine doorgaan, blijven mensen verdrinken in de Middellandse Zee, worden meer muren en hekken gebouwd, en zullen mensen die zich ertegen verzetten ook weer doelwit zijn van repressie, migranten en vluchtelingen voorop. Dus nee, ze zijn niet van me af. Ik schrijf, maakt niet uit waar, om hen aan te klagen en als verantwoordelijk voor de dood van velen aan te wijzen, in de hoop anderen wakker te schudden. In de hoop dat meer mensen in actie komen, op wat voor manier dan ook. Indien men mijn woorden met hun wetten aanmerkt als ‘opruiing’, dan voelt de staat zich er kennelijk door bedreigd. Goed dan. Elk woord een vonk! Ik ben nog lang niet klaar. Die staat met zijn grenzen is niets anders waard dan het omver werpen ervan. Het is tijd om verzet te mobiliseren. En snel ook. Omwille van de vrijheid om te leven, niet alleen te overleven.
Mijn vervolging en veroordeling – en die van talloze mensen die in solidariteit met vluchtelingen de grenzen trotseren, zoals de Briançon 7 in Frankrijk, of die deportaties tegenhouden, zoals de Stansted 15 in Engeland, die daadwerkelijk waar dan ook hekken en muren neerhalen, die het toenemende fascisme bestrijden met meer dan alleen woorden – is een te verwachten reactie van autoriteiten die hun masker van Westerse normen en waarden genadeloos afgetrokken zien. Het is een reactie die betekent dat we op de goede weg zijn. Als ze geen last hadden van onze stemmen en daden, dan liet men ons begaan. Repressie is het antwoord van de staat op onze kracht en onze kracht zal die repressie weerstaan. Daar helpt geen gevangenis tegen. Omdat wij geen moment zullen vergeten dat de bodem van de Middellandse Zee vol ligt met de lichamen van mensen die zich verzet hebben tegen het gemilitariseerde Fort Europa. Ze kunnen niet anders. Is het niet over zee, dan wel achterin trucks waar mensen de verstikkingsdood riskeren. Maar ook zichtbaarder als mensen over de hekken van Melilla en Ceuta klimmen en daarbij meer dan alleen kleerscheuren oplopen. Verzet tegen migratiebeheersing zal altijd doorgaan,
omwille van al die mensen die in Libië in kampen zitten en worden gemarteld, verkracht, en als slaven verhandeld;
omwille van al die mensen die het niet eens door de Sahara halen;
omwille van al die mensen die aan de Turks-Syrische grens worden doodgeschoten of anders wel met een muur betaald door de EU worden tegengehouden;
omwille van al die mensen in de bitterkoude en overvolle Griekse kampen;
omwille van al die mensen in Calais en Oostende die worden opgejaagd en beroofd van hun schaarse middelen van bestaan;
omwille van de vele drenkelingen in de Middellandse Zee, en het tegenhouden van reddingsschepen;
omwille van het levenslange wachten op het recht te mogen bestaan;
omwille van alles wat we nooit te horen krijgen, alle misdaden van de schrijftafelmoordenaars in kantoren en regeringsgebouwen.
Dus,
vanwege al die repressie tegen vluchtelingen die we niet eens kunnen zien, die namens ons, EU-burgers met een paspoort, wordt uitbesteed aan dictatoriale regimes buiten Europa, handlangers van de extreem-rechtse politiek die hier doet alsof vluchtelingen ergens recht op hebben – wat een leugen;
vanwege al die repressie tegen vluchtelingen in de straten van Europa, die voor ons verborgen wordt gehouden maar die we wel kunnen zien als we maar willen;
zeg ik tegen de Neederlandse staat: het maakt niet uit wat jullie doen. Dit alles vraagt om actie, revolutie, insurrectie. En als daar een prijs voor betaald moet worden, dan laat die vooral zien wie jullie zijn: machtige, maar bange misdadigers in kantoren met beveiliging die overal mee wegkomen. We zullen jullie altijd blijven bestrijden. Kom maar op. Die twee-en-halve maand gevangenisstraf van jullie is in het licht van jullie verborgen massamoord, jullie geheime racistische, nationalistische en koloniale oorlog tegen vluchtelingen, vooral een zoveelste misdaad. Het is ontvoering, gijzeling. Maar ik zal de tijd die jullie me af willen nemen tegen jullie gebruiken. Tijd om na te denken over vervolgstappen, nieuwe plannen. In de aanval. In woord en daad. Die gevangenissen van jullie, die zijn net als jullie grenzen en wetten: rijp voor de sloop.
– Eerder verschenen bij Joke Kaviaar