Honderden Israëlische soldaten zijn vrijdagnacht rond 12 uur het Amari-kamp dat deel uitmaakt van Ramallah binnengevallen en hebben een operatie uitgevoerd om het huis op te blazen van de familie Abu Hmeid. Islam, één van de zonen van de familie, gooide in mei, tijdens rellen rond een Israelische razzia in het kamp, een marmeren plaat van het dak van een huis. Een soldaat kreeg die op zijn hoofd en dat werd hem fataal.
Nadat het kamp afgelopen nacht was omsingeld trokken de soldaten naar het vier verdiepingen tellende gebouw van de familie. Enkele tientallen Palestijnen die zich daar verzameld hadden om de vernieling te voorkomen, werden verwijderd en meegenomen, evenals alle buren. In totaal werden 400 à 500 mensen in de koude nacht zonder dekens of wat dan ook naar een voetbalveld in de buurt gebracht. Onder de ”geëvacueerden” was een zwangere vrouw die bezig was een kind ter wereld te brengen. Na veel gedoe kreeg de Rode Halve Maan (het Palestijnse Rode Kruis) toestemming de barende vrouw in veiligheid te brengen.
Ook mocht de Rode Halve Maan water, voedsel en dekens naar de mensen in het veld brengen. Uiteindelijk mochten alle vrouwen en kinderen overgebracht worden naar het gebouw van de Rode Halve Maan, werd een deel overgebracht naar een school en bleven nog een 150-tal Palestijnen op het voetbalveld.
Ondertussen waren soldaten van de Israëlische genie zo’n zes uur bezig het huis van de familie Abu Hmeid te ondermijnen. Rond 7 uur in de ochtend werd het opgeblazen, maar het gebouw bleef overeind. Alleen de binnenmuren waren weg. Daarom deed het leger het werk nog eens over. Om ongeveer 9.20 uur plaatselijke tijd was er een nieuwe explosie. Ditmaal viel het hele gebouw in elkaar en werden, zoals dat vaker bij dit soort Israelische acties gebeurt, ook naburige gebouwen flink beschadigd.
Tijdens de hele actie braken uiteraard rellen uit waarbij met stenen werd gegooid. De Israeli’s reageerden met traangas en ”rubberkogels”. Een cameraman van de Palestijnse tv kreeg een traangasgranaat in het gezicht geschoten en belandde in het ziekenhuis.
Vreemd genoeg was er nog geen enkele protest te horen van de religieuze partijen in Israel dat deze actie op vrijdag en zaterdag een ontheiliging van de shabbat inhield. Diezelfde partijen komen altijd meteen in het geweer als bijvoorbeeld een toestel van de vliegmaatschappij El Al op vijdagavond te laat binnen komt.
Het was intussen niet de eerste keer dat het huis van de familie Abu Hmeid werd vernield. In 1994 en in 2003 gebeurde dat ook al eens. Vijf zonen van de familie zitten of zaten in de gevangenis (Islam was tot nu toe een uitzondering). Vier van hen kregen levenslang. Eén zoon werd gedood bij een actie tegen de Israelische troepen.
Ook verschenen op Abu’s blog.
