Wees eens aardig voor dieren

Je hebt dieren, en je hebt dieren. Je hebt dieren die zielig zijn, en je hebt dieren die niet zielig zijn. Je hebt dieren waarvoor mensen gaan demonstreren, en je hebt dieren die door diezelfde mensen aan hun lot worden overgelaten. Paarden, runderen en herten in de Oostvaardersplassen: zielig. Mestkalveren bij Breda: niet zielig. Helder, toch?

Je hebt dieren in de Oostvaardersplassen: hongerig en koud na een winter die voor de broodnodige variatie eens een vorsperiode van meer dan anderhalve dag kende. Sommige van die dieren overleven die honger niet en gaan langzaam dood. Dat is zielig. Daar moet iets aan gebeuren. Daar gaan we balen hooi voor verzamelen en over de hekken van het gebied gooien. Daar gaan we boswachters voor bedreigen die ons tegen proberen te houden. Daar gaan we voor demonstreren. Want het is zielig, die hongerige dieren die daar langzaam staan dood te gaan. Ja toch?

Dat het voederen juist de sterkere dieren – die toch wel overleven – helpt, terwijl de zwakkere dieren niet bij het voer weten te komen en dus alsnog kreperen? Het maakt niet uit. Dat dieren, door grotere beschikbaarheid van voedsel, actiever worden – in een seizoen waar rust belangrijk is – en daardoor meer energie verbruiken die ze gezien het seizoen eigenlijk niet kunnen missen? Het maakt niet uit. Dat het voederen dus, juist als je om dieren geeft, helemaal geen steun verdient? Dat voederen helemaal niet zo diervriendelijk is als het lijkt, als ik tot voor kort ook dacht? Het maakt allemaal niet uit. Die dieren zijn zielig, dus moeten ze gevoederd worden.

Maar wat wordt hier eigenlijk gevoederd? Ons eigen sentiment.

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: ravotr