“Oude bewoners, vaak oud-communisten of oud-socialisten” – de kolonisering van de Kinkerbuurt 4

Hoor zo’n stadsdeelambtenaar, hoor zo’n andere die vindt dat de vele bewoners die graag een hotel in hun straat willen toch ook gehoord moeten worden. Kolonialen, desnoods voorzien van Amsterdams accent.

Een dezer dagen zag ik een straat in het Bosboom-Toussaintbuurtje, een van de “betere” stukken van de Kinkerbuurt, of ook wel de overgang van de Kinkerbuurt naar de van oudsher sjieke, dure Vondel(park)buurt, voorzien van een bordje Hallenkwartier. Het was al spoedig weg maar of het weg blijft? De buurt zou je ook de bollebuikenbuurt kunnen noemen, hij ligt tegenover waar ooit de afdeling gynaecologie van het Wilhelmina Gasthuis was, waar vele Amsterdammers geboren zijn. Mijzelf incluis. Er zijn hoofdzakelijk winkels die verwijzen naar het krijgen van kinderen, of naar heel jonge kinderen. Moeten daar toeristen heengelokt worden? Moet hier aan citymarketing gedaan worden?

Natuurlijk niet, maar dit geldt voor de hele Kinkerbuurt, of de negentiende-eeuwse-schrijversbuurt als we het benoemen naar de merkbare overgangen van “volksbuurt” naar “betere standen”.

In het bovenstaande filmpje zegt een buurtbewoonster dat zoiets als de stadsdelen zijn ingesteld voor de bewoners. Ik moet haar teleurstellen, en als zij had opgelet hoe die bestuursorganen er zijn doorgedrukt door neo-regent Walter Etty, die in feite gewoon een oude regent is, vermomd als ooit-linkse activist, dan had zij beter geweten. Stadsdelen zijn doorgevoerd om partijtijgers ook op lager niveau aan een lucratieve baan te helpen. Dit gold vooral voor de PvdA, maar omdat die partij in Amsterdam zeker in latere jaren een liefhebbend oog had voor de VVD kreeg ook die partij zijn eigen stadsdelen. De PvdA loopt ten einde, en de wijze waarop zo’n ambtenaar het over oud-socialisten heeft verraadt hoe weinig de SP, toch een collegepartij, betekent.

Hoe leuk dat neoliberaal geïnspireerde toerisme in het “Hallenkwartier” is kan men hier lezen.

Ik heb zelf maar (zeer) kort, zij het in een belangrijke levensfase (en dan bedoel ik niet mijn geboorte, nee), in de Kinkerbuurt gewoond. Mijn familie had er een winkel, van oudsher. Vanaf drie hoog op het strategische punt waar ik de kruising overzag kon ik met genoegen lijn 27, net ingesteld, zien langskomen. Nieuwste Amsterdamse tramlijn met het hoogste lijnnummer en het oudste nog beschikbare materieel. Prachtig, die koplantaarn. Helaas was er geen reden voor mij om hem eens te “nemen” destijds.
U zult er geen gevoel bij hebben, het zij zo.