Şeyh Abdurrahman Alagöz, de 20-jarige man die ervan wordt verdacht vorige week maandag in de Turkse stad Suruç een bomaanslag te hebben gepleegd waarbij 32 jonge linkse activisten om het leven kwamen, was een bekende van de Turkse veiligheidsdiensten. Ook had hij banden met Orhan Gönder, die ervan wordt beschuldigt op 5 juni jongstleden een bomaanslag te hebben uitgevoerd tijdens een bijeenkomst van de linkse oppositiepartij HDP. Bij die aanslag kwamen 4 mensen om het leven.
Volgens de vader van Alagöz waren zowel de politie als de veiligheidsdiensten op de hoogte van de banden van zijn zoon met ISIS. Alagöz heeft zelfs enige tijd vastgezeten, maar werd kort voor de aanslag vrijgelaten. Zijn vader had de politie regelmatig gewaarschuwd voor de activiteiten van zoonlief, die o.a. een theehuis frequenteerde dat bekend staat als een verzamelplek voor ISIS-sympathisanten.
Een van de leiders van de HDP, Selahattin Demirtaş, heeft de Turkse regering ervan beschuldigd medeverantwoordelijk te zijn voor de aanslag in Suruç. Hoewel dat niet uit te sluiten valt, ontbreekt het aan concrete bewijzen voor de betrokkenheid van de regering Erdoğan. Zeker is wél dat Erdoğan van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt de aanval te openen op de PKK en – in mindere mate – de linkse oppositie.
Bron: The Rojava Report
