Denken scholieren economisch, is het weer niet goed

Je kunt wel doen alsof je nattigheid voelt als scholieren er naar streven niet meer dan nodig te halen op school, maar wat stel je er tegenover als onderwijsindustrie – als de bedrijfstak die de jongelui in een toestand van half-gevangenschap en hele bezigheidstherapie vasthoudt tussen hun vierde en hun zestiende?
Rekenen is toch precies wat de leerlingen moeten leren?

Rector Erwin Lutteke van het Isendoorn College herkent dat beeld wel. „Scholieren berekenen tot op de tiende achter de komma nauwkeurig wat ze moeten halen om over te gaan, of om te slagen voor het eindexamen.”

Een scholiere die haarfijn een samenvatting geeft waarom het draait in deze maatschappij:

Esmée Cantrijn (17): “Het is een economisch principe: met zo weinig mogelijk inspanning toch je doel bereiken.”

Heel goed, Esmée, je hebt het helemaal door. Geslaagd!

En laat het regime, dat zelf uit zulke ongelooflijk nauwelijks-middelmatige ministers bestaat, dan eens uitleggen waarom scholieren zich zouden moeten opzwepen tot het niveau van leerlingen in Zuidoost-Azië. En waar precies in Zuidooost-Azië? Brunei? De Filipijnen? Cambodja wellicht? Moeten “we ons” daaraan spiegelen?
De halvegaren weten zelf niet eens waarover ze zwetsen.
Zandzakken voor de deur.

En is er echt zoveel veranderd? Ten opzichte van wanneer dan? Tieners zijn tieners, al eeuwen in ieder geval, en Socrates werd al verweten dat hij “de jeugd bedierf” door alles ter discussie te stellen. (Dat kreeg ik pas door nadat ik mij door de teksten van Plato gezwoegd had, dus na de schoolperiode, ja, daar haalde ik achten bij, maar zwoegen bleef het).

Ik weet nog haarfijn hoe boosaardig ik in de schoolkrant het analyseren van gedichten op de hak nam. En ook daar had ik echt geen vijfeneenhalfjes voor – maar geest- of desnoods zieldodende onzin blijft geest- of zieldodende onzin. Als je de schoonheid van een zin als “elk haatte de ander niet zeer” (even een beetje gemoderniseerd nu) niet inziet dan kan uitleggen over litotes je leerling ook echt niet redden voor de letteren.

[Juf Buhler] pakt een bundel met Nederlandse poëzie van haar bureau, die de leerlingen moeten analyseren. „Dan vragen ze: waarom moet ik weten wat een litotes is? Ik probeer uit te leggen dat ze er teksten beter door begrijpen. En ik laat een stukje van cabaretier Jochem Meyer zien, als die een stijlfiguur gebruikt. Dat pakt ze al meer dan een gedicht van J.C. Bloem. Maar uiteindelijk doen ze het omdat het nu eenmaal moet.”

Tja. Ik had ook meer met Pa Pinkelman of Kuifje, Jochem Meyer zegt mij niets en dat wil ik graag zo houden. Of moeten scholieren die dan maar wel “goed” vinden?
Om Bloem te waarderen moet je wellicht iets meer in je leven hebben meegemaakt dan op school zitten. Je zou, mevrouw Buhler, zo’n gedicht ook gewoon kunnen laten lezen en vragen of het een leerling ergens raakt. Mogelijk wel, mogelijk niet. Het is niet meetbaar en het is ook al niet om te zetten in een vijfeneenhalfje.
Het komt wel dichter bij de reden waarom Bloem het heeft opgeschreven. Hij heeft geen gedichten geschreven om leerlingen er tot op de decimaal meetbare resultaten op te laten behalen.

Enfin, het huiveringwekkende geheel in Trouw.

3 gedachten over “Denken scholieren economisch, is het weer niet goed”

  1. “Esmée Cantrijn (17): “Het is een economisch principe: met zo weinig mogelijk inspanning toch je doel bereiken.”

    Prima, en het heet: minimalisme.

  2. Haha, helemaal mee eens. Ik stimuleer mijn leerlingen inderdaad om op een (tijd-)economische manier een bevredigend(!) resultaat te bereiken. Tijd is kostbaar en jonge mensen moeten leren om daarin nuchtere/volwassen keuzes te maken.

  3. Jochem Myer is wel erg grappig anders, kijk maar eens op YouTube. Maar verder kan ik me erg in de tekst vinden.

Reacties zijn gesloten.