Er zijn plaatsen waar ik geweest ben en wel zou willen zijn. In de eerste plaats mijn buitenverblijf dat ik alleen met openbaar vervoer kan bereiken. De duinen. De Utrechtse Heuvelrug, in verband met familiebezoek. Londen, voorouderlijke stad van mijn Geliefde en graag en veelbezocht. De heuvels van Cymru.
Dichtbij: Waterland.
Doe niet sentimenteel, je kunt in gedachten de Carmel terugzien. De woestijn van Nevada. De avenues van New York, de boulevards van Parijs, het stadspark van Leuven. De hortensia’s van São Miguel.
En ik kan wel aan het opsommen blijven.
“I’ll be content with the pictures in my mind”.
Zoals je niet terugkunt naar het verleden, zo kun je niet naar de plaatsen waar je in gedachten naar toe kunt gaan. Maar in tegenstelling tot het verleden (dat in bepaalde zin natuurlijk ook voortbestaat) kun je oproepen wat je nu niet kunt zien. Het speenkruid aan de slootkant, het langsschietende ijsvogeltje. De vlucht kauwtjes, de klepperende ooievaars.
Houd op, het woord aan wat ik in 1988 heb uitgeroepen tot mijn nr.1 single aller tijden, waarvan ik dacht dat die allang was langsgeweest hier. Maar neen. Het is wel vechten aan de top, 2 en 3 zijn zeker ook toepasselijk in deze dagen. Bij wijze van zelftroost en misschien voor anderen.
No, I don’t think I’ll ever get on that train again
I’ll just smile and wave at the engineer
I’ll put my guitar in a gunny sack
And walk away and I won’t be back
And when the whistle blows my name
I’ll say, ‘Whoo whoo, I’m on my way home again’
No, I don’t think I’ll ever come this way again
I’ll be content with the pictures in my mind
I remember how that lonesome road
Used to press my back like a heavy load
And when the diesel calls my name
I’ll say, ‘Whoo whoo, I’m on my way home again’
Monday I’ll just sit and look out the window
Tuesday I’ll just spend the day drinking beer
Wednesday will find me asleep at the TV
The rest of the week will be free, free
No, I don’t think I’ll ever get on that train again
I’ll just smile and wave at the engineer
I’ll put my guitar in a gunny sack
And walk away and I won’t be back
And when the whistle blows my name
I’ll say, ‘Whoo whoo, I’m on my way home again’
I’ll say, ‘Whoo whoo, I’m on my way home again’
Whoo whoo, I’m on my way home again
Whoo whoo, I’m on my way home again
De tekst is naar ik nu zie van de spoedig-ex-te-worden echtgenote van Don, de actrice Venetia Stevenson, de muziek van Terry Slater. Gene Clark speelt mee.
Superieure countryrock.
I’m on my way home again, Everly Brothers, 1969