En het is dus weer raak met de jaarlijkse herdenking van de Tweede Wereldoorlog. Vorig jaar was het Arnon Grunberg, die een opmerking maakte waaruit duidelijk werd dat hij discriminatie van Marokkanen gelijk stelde aan de discriminatie van hemzelf. In sommige joodse kringen wordt dat hem ernstig kwalijk genomen. Volgens de ware diehards is antisemitisme namelijk nergens mee te vergelijken. Het is gewoon uniek. Vergelijkingen als van Grunberg zijn dus fout en anti-joods. Ik waag dat in twijfel te trekken. Dat de jodenvervolging ernstig was behoeft natuurlijk geen nadere verklaring, maar de nog tamelijk recente gebeurtenissen in Rwanda-Burundi of in Bosnië-Hercegowina geven aan dat discriminatie wel vaker leidt tot massamoord. Maar dat terzijde.
Dit jaar betreft de opwinding de keuze voor Abdelkader Benali, die in 2010 iets gezegd zou hebben over dat er veel joden, Amsterdamse joden, in Amsterdam-Zuid zijn en dat het daarom wel Israel leek en hij zich daar niet thuis voelde. De diehards vinden hem nu een antisemiet. Blijkbaar is het zaak om je wel degelijk thuis te voelen bij veel joden, vooral Amsterdamse joden, in Amsterdam Zuid. Zelfs al ben je Marokkaan en zelfs al is het bekend dat veel Amsterdamse joden – laten we het beschaafd zeggen – zo hun bedenkingen hebben tegen Marokkanen. Misschien moet je zulke dingen ook niet zeggen als je Marokkaan bent. Ik ken een docent in het middelbaar onderwijs in Amsterdam die over de ouders van haar joodse leerlingen uit Amsterdam-Zuid sprak als ”hersenloze zonnebankjoden”. Maar ze is zelf joods, dat maakt verschil. Dan kan je je zo’n opmerking wel veroorloven.
In het geval van Abdelkader Benali is er echter nog meer. Zo maakte hij zich kwaad op Ruben Oppenheimer die voor NRC-Handelsblad een cartoon tekende van Dyab Abou Jahjah (nadat deze in 2016 een optreden in ”VPRO Zomergasten” had gehad). De cartoon stelde Walt Disney’s Grote Boze Wolf voor met het gezicht van Abou Jahjah, ‘gekleed’ in het opengesneden lijk van één van de biggetjes. De cartoon werd door NRC verwijderd. Benali nam het op voor Abou Jahjah. Hij twitterde: ”die cartoonist zou in de nazi-tijd zich werkelijk hebben uitgeleefd”. Oppenheimer, die in de oorlog familieleden verloor, werd daardoor boos. Het was zeker ook geen handige tweet. Maar Benali nu voor de voeten gooien dat hij ”de bekende jodenhater” Abou Jahjah verdedigde, zoals de site ‘joods.nl’ ervan maakt, is natuurlijk gewoon het soort heel erg schandelijke laster waar de Israel-lobby zo goed in is. Abou Jahjah, die ik goed ken, heeft zo zijn redenen om niet erg van Israel te houden. Als oud-inwoner van Zuid-Libanon maakte hij mee dat familieleden werden vermoord, dat zijn huis afbrandde en dat hij dagelijks werd vernederd. Hij moet niets hebben van zionisme. Dat maakt hem echter geen antisemiet, en dat geldt ook voor Benali die het voor hem opnam.
De zaak is niettemin intussen ”een kwestie” geworden die ook in Israel is opgepikt,. Daar is ons aller Canaan Lifshitz (oud-medewerker van het CIDI) voor verantwoordelijk. Hij heeft vaker dit soort klusjes opgeknapt, minister Kaag kan ervan meepraten. Lifshitz is correspondent van het persagentschapje ”Jewish Telegraph Agency” (JTA). Hij noemde Benali ongegeneerd een antisemiet. Hij zou jaren geleden eens gezegd hebben dat Gaza ”een getto” is. Ook de nazi’s sloten de joden op in getto’s alvorens ze af te maken. En ja, volgens de almachtige antisemitisme definitie van de ”International Holocaust Remembrance Association (IHRA)”, die de joodse lobby er ook in Nederland probeert door te drukken, is iemand die ‘vergelijkingen tussen Israeli’s en nazi’s maakt’ een antisemiet.Tenminste twee kranten, The Times of Israel en de Jerusalem Post namen Lifshitz’ verhaal zonder meer over.
Het is dus weer gelazer. Er zijn veel protesten. Misschien moet gewoon het ”Comité 4 en 5 mei” dat de herdenking organiseert, ingrijpend op de schop. Ik denk eigenlijk dat dit soort de ellende alleen zal ophouden als er vanaf nu uitsluitend nog joden zitting in het Comité nemen. Maar dan wel de goede joden, joden die ik voor het gemak maar CIDI-joden zal noemen. Of joden à la Esther Voet. Die wars zijn van herdenkingen die lessen inhouden voor de huidige tijd, of die andere vormen van discriminatie noemen dan discriminatie van joden. Die elk woord van kritiek op nederzettingen, landonteigeningen, of geweld tegen Palestijnen feilloos zullen herkennen als anti-joods. Die elke opmerking over ongewenst gedrag van joden alleen maar zullen zien als antisemitisme. Die CIDI-joden zullen de juiste redenaars vinden, neem dat maar van me aan, mensen die recht-toe- recht-aan oproepen tot ”dat nooit meer” en daarmee uitsluitend de toenmalige jodenvervolging bedoelen. Er is, geloof ik, geen andere oplossing. De Israel-lobby blijft anders zeiken, en daarbij krijgt ze gewoonlijk haar zin.
– Ook verschenen bij Abu Pessoptimist
– Uitgelichte afbeelding: Door Matěj Baťha – This photograph was taken with a DSLR from WMCZ's Camera grant., CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=15208098