In december 2017 beloofde Pedro Sánchez dat hij de wet op de historische herinnering (Ley de Memoria Histórica) zou hervormen. Dat deed hij van op het kerkhof van Paterna nabij Valencia waar ongeveer 2300 personen door het regime van dictator Franco gefusilleerd en begraven werden.
Zeven maanden later heeft Sánchez nu als premier de kans om te bewijzen dat hij het echt meende. Een van de belangrijkste maatregelen die de nieuwe socialistische regering wil treffen is de stoffelijke resten van dictator Francisco Franco weghalen uit zijn praalgraf in de “Valle de los Caídos” of Vallei der Gevallenen. Het is een belangrijke stap voor de PSOE om zo de kritieken te weerleggen dat de partij meer aan de historische herinnering denkt wanneer ze oppositie voert dan wanneer ze aan de macht is.
Uit angst voor een hevige reactie van conservatief Spanje hadden de Spaanse socialisten het tot nu toe altijd vermeden om te raken aan het sombere monument.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be