Nederlandse landbouwexport en Nexit

Frits Bolkestein (VVD) heeft het afserveren van de EU door Thierry Baudet belachelijk genoemd. Hij gaf evenwel weinig overtuigende argumenten voor de EU. Het Erasmusprogramma voor studenten om in andere lidstaten te kunnen studeren gaf hij als voorbeeld van een goed EU-initiatief. Bolkestein is echter een grote naam in rechts Nederland. Als hij iets beweert, is argumentatie voor zijn fans niet van belang. Desalniettemin heeft Bolkestein met zijn laatdunkende houding jegens Baudet een overschot aan gelijk.

Een simpel gegeven getuigt van het gelijk. De Nederlandse landbouwexport heeft een recordhoogte bereikt. Een compliment voor de agrarische sector is zeker op zijn plaats. De landbouwers presteren zelfs verbazingwekkend. Het kleine land was met 91,7 miljard euro vorig jaar de op een na grootste landbouwexporteur ter wereld. Alleen de Verenigde Staten gingen Nederland voor. Ook is het aandeel van de agrarische sector in het exporttotaal van Nederland met net geen 20 procent aanzienlijk.

Maar deze fantastische resultaten voor de landbouw worden vooral bereikt door de export naar Europese landen. Naar landen in de EU ging 78 procent van het totaal. Een eventuele Nexit, een exit van Nederland uit de EU, zou vanwege tarifaire belemmeringen een dramatische terugval van de handel met de buurlanden betekenen. En voor veel verse agrarische producten bestaat er zelfs geen andere afzetmarkt. Het is economisch ondoenlijk om die waren met behoud van kwaliteit naar de andere kant van de wereld te sturen. Als alleen nog maar de focus op de landbouw wordt gelegd, staat Nexit gelijk aan een economische suïcidepoging. De enorme rol van Nederland als doorvoerland van producten van en naar de rest van de EU (Duitsland) komt er dan nog eens bovenop. Beperking van die rol zou opnieuw een inspanning tot zelfmoord inhouden. Een keer is echter al genoeg voor de Nederlandse positie in de wereld. Bolkestein heeft dus volop gelijk om Baudets pleidooi voor een Nexit belachelijk te noemen.