Blaas, de wind!

Als een taal uitgestorven is (of een taalfase) dan valt er nog in te zingen. Of te bidden – het laatste dat er in het Slavisch van de Lüneburger Heide werd gesproken was het Onze Vader.
Het Lijfs moet ooit over een groter gebied gesproken zijn, Lijfland omvatte een groot stuk van wat nu de drie Oostzeestaten zijn. De Fins-Oegrische taal heeft nog net voor het einde van de afgelopen eeuw de laatste adem uitgeblazen in het huidige Letland. Een als “Stalti Family” aangeduide muziekgroep, onder wie naar verluidt de laatsten die de taal spraken (spreken?) zingt in het Lijfs: Pūgõ, tūļ – “Blaas, wind!” Wie zal controleren hoe goed hun uitspraak is? Alleen zijzelf kunnen dat. Treurig.

Deel van de zomerserie over liederen/liedjes in echt “kleine talen” van Europa:

  1. de Faeröer
  2. Sápmi
  3. Alguer
  4. Palermo
  5. Zuid-Tirol
  6. İstanbul
  7. Grischun
  8. Epirus
  9. Ingermanland

1 gedachte over “Blaas, de wind!”

  1. Pingback: Kleine rode leeuwerik | Krapuul

Reacties zijn gesloten.