Mijn eerste eigen transistorradio was vooral goed voor ’s avonds Luxemburg luisteren. Maar al na een maand meldde zich Radio Caroline, dat pas echt het Engeland van de beatmuziek vertegenwoordigde, en een paar weken later het beter klinkende Radio Atlanta, met personality-deejays als TW, Mike Raven en Neil Spence (later Dave Dennis geheten).
Zij ontsloten de Britse hitparade. En wie trof men daar aan tussen de toenmalige beatmuziek (ik kan het woord bijna niet gebruiken, omdat het veel later nog eens in Sonnevelds Dorp en nog later in de Mis terechtkwam – te laat, heren, veel te laat)? Louis Armstrong en Doris Day. Die zo’n beetje gisteren zoniet eergisteren vertegenwoordigden.
En toch, het intro van Doris’ toenmalige hit beloofde een liedje van verlangen voor de eenzame tiener, een kleine rilling van verwachting en mogelijk heimelijk genot. Hoe beschrijf ik het anders?
In de hitparade van die dagen stond iets wat eigenlijk van haar was, maar dan een cover, van Kathy Kirby. Wist ik veel, ik hoor het nu pas. En ik lees dat het lied werd geadopteerd in lesbische kringen (dat rare woord “gemeenschap” kwam veel later), maar Doris was toch niet “zo”. Ook niet in de film.
Secret love, 1953
Informatieve artikelen gepubliceerd ter gelegenheid van haar overlijden op 97-jarige leeftijd, vandaag: Independent en Vrij Nederland.
Move over darling, 1964. Brian MacKenzie zou het op RNI als een van zijn naar-bed-nummers draaien laat in de nacht, om de dag, zo’n tien jaar later.