De Egyptische dictator Sisi grijpt de aanslagen op twee Koptische kerken aan om zijn greep op het land te verstevigen. In een toespraak in Caïro riep Sisi de noodtoestand uit. Voorlopig geldt die voor drie maanden, maar noodtoestanden hebben de neiging voortdurend verlengd te worden. Het parlement moet nog instemmen met het uitroepen van de noodtoestand, maar dat is niet meer dan een formaliteit.
Onder de noodtoestand worden de toch al niet geringe bevoegdheden van de Egyptische politie nog uitgebreid. De politie kan mensen nu nóg eenvoudiger bespioneren en oppakken dan eerder al het geval was.
De noodtoestand was in Egypte in het verleden eerder regel dan uitzondering. In 2012 werd de noodtoestand na de val van de militaire junta opgeheven. Na de staatsgreep van Sisi in 2013 werd ze gedurende korte tijd opnieuw ingevoerd. Duizenden opponenten van Sisi verdwenen in die periode achter de tralies.
Officieel is de noodtoestand bedoeld om de strijd tegen het terrorisme te vereenvoudigen, maar in de praktijk zal ze naar velen vrezen vooral gebruikt worden om de binnenlandse oppositie de mond te snoeren. Uiteraard is deze manoeuvre van Sisi niet bepaald uniek: ook zijn Turkse collega Erdogan heeft aanslagen van ISIS en de PKK dankbaar aangegrepen om zijn eigen bevoegdheden uit te breiden.
Bron: Middle East Eye