Het allereerste “politieke bulletin” waaraan ik heb meegewerkt bevatte een oproep van Linkse Franse Intellectuelen over Biafra en Zuid-Soedan, en meer wellicht. Sartre was (onvermijdelijk) een van de ondertekenaars. Het was een bijtend stuk: links is alleen geïnteresseerd als de slachtoffers links genoemd kunnen worden. Vietnam, was dat toen – niet dat het niet belangrijk was, maar het was niet de enige plaats waar massaslachting van mensen plaatsvond.
Biafra en Zuid-Soedan vielen en vallen buiten de prijzen. De slachtoffers zijn zwart.
Zoveel jaar later, bijna een halve eeuw, vindt de slachting plaats buiten het oog op de hel dat nog maar zelden nieuws brengt. En “links”? Waar zijn de oproepondertekenaars, wat is het “links” waartoe men zich kan richten?
“Heeft Leni Riefenstahl daar niet gefilmd?”
“Moslims onder elkaar, net als in Jemen”.
Ach, ook op dat punt is er niets veranderd in de metropolen, laat ik er verder maar over zwijgen nu.
Jammerlijk, maar we moeten eigenlijk nog van geluk spreken dat er een soort verzamelde “tegenpubliciteit” is waar aandacht is voor wat de gelijkgeschakelde media niet zullen zien. Wij maken daar ook deel van uit, maar De Correspondent kan mensen er op uit sturen. Dank hiervoor.
De Sloveense cineast Tomo Križnar volgt hier de gebeurtenissen rond de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan, het nieuwe land dat niet eens een echte naam mocht krijgen, en de oorlog die doorgaat. De ogen en oren van God.