Kabinetsplannen met Persoonsgebonden Budget ziekmakend

Dit stuk is eerder geplaatst op de website van socialisme.nu

PVV-Kamerlid Fleur Agema noemde het ‘zuur maar noodzakelijk’. Volgens Premier Rutte is het een ‘kwaliteitsslag’ en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Veldhuizen van Zanten-Hyllner zegt dat de hervormingen ‘noodzakelijk zijn om de zorg financieel toekomstbestendig te maken’. Maar het kabinet zet de bijl in het Persoongebonden Budget (PGB), zodat van de meesten van de ruim honderdduizend PGB-cliënten de laatste restjes zelfstandigheid en menswaardigheid worden geamputeerd – terwijl het anders kan.

Door John van Mullem

Het plan om 90 procent van de PGB-houders hun PGB af te nemen, kwam als donderslag bij heldere hemel. De komende twee jaar kunnen ze hun zorgbudget nog gebruiken om zelf zorg in te kopen en daarmee regie te voeren over de invulling van hun zorg. Maar vanaf 1 januari 2014 zijn ze weer aangewezen op de financiering van zorg conform de Zorg In Natura-constructie (ZIN) waarbij zorginstellingen direct door de staat of de zorgverzekeraars worden betaald.

Volgens het kabinet gaat het PGB ten onder aan zijn eigen succes. Volgens de minister van VWS zijn sinds 2003 de kosten jaarlijks met 23 procent gestegen, van 440 miljoen euro per jaar naar 2,3 miljard. Deze kostenstijging is niet mals, maar zegt niets als dit niet wordt afgemeten naar het aantal gebruikers van het PGB: in dezelfde tijd is het aantal PGB-houders gegroeid van vijftigduizend naar honderddertigduizend – gemiddeld ook een stijging van 23 procent per jaar.

Ieder jaar is er een begrotingsprobleem met het PGB en de minister beweert dat de forse versobering van het PGB ‘meer zekerheid biedt voor mensen die zorg nodig hebben’. Ieder jaar worden PGB-houders inderdaad geconfronteerd met een PGB-stop of een procentuele korting van het budget. Maar de overschrijding van het regeringsbudget van PGB’s wordt veroorzaakt door een structurele onderschatting van de potentiële jaarlijkse groei van het aantal PGB’s, en niet door een toename van de zorg voor PGB-houders.

Bezuinigingstechnisch is de overheveling van 90 procent van de PGB-houders naar de ZIN een onlogische stap. De zorg die betaald wordt uit PGB’s is 33 procent goedkoper: de budgethouder doet namelijk direct zaken met de zorgverlener en bezuinigt daardoor op de hoge overheadkosten van de logge bureaucratische thuiszorginstellingen. De bezuinigingen komen dan ook niet door het afschaffen van de PGB’s, maar door het snijden en boekhoudkundige trucs in de AWBZ op vijf punten.

Door een decentralisatie van een gedeelte van de AWBZ naar de gemeenten zonder daar voldoende geld tegenover te stellen, kan minister De Jager van Financiën deze kosten van de staatsbegroting schrappen. De gemeenten worden echter het kind van de rekening, en zullen dit doorberekenen aan de zorgvrager zodat deze uiteindelijk wordt gekort op het aantal uren zorg dat kan worden geleverd.

Een ander gedeelte van de AWBZ wordt overgeheveld naar de zorgverzekeraars en daarmee geprivatiseerd. Deze zorgverzekeraars waren voorheen al wettelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de AWBZ via de zorgkantoren. Deze worden afgeschaft en de zorgverzekeraars krijgen de zeggenschap over collectief gefinancierde zorg. Omdat zorgverzekeraars een winstoogmerk hebben, zal een aanzienlijk deel van dit collectieve geld verdwijnen in de private zakken van bestuur en aandeelhouders.

Er zijn ook groepen die simpelweg geen beroep meer mogen doen op de AWBZ. Dit betreft voornamelijk mensen in de (psychiatrische) jeugdzorg en geestelijk gehandicapten met een IQ tussen de 70 en 85. De argumenten die de minister van VWS aanhaalt zijn respectievelijk: dat de IQ-tests niet betrouwbaar zijn, en voor de psychiatrische jeugdzorg dat er in het regeer/gedoogakkoord is afgesproken om de hele jeugdzorg onder één financieringsstelsel te laten vallen. Dit terwijl in de jeugdzorg er nu al enorme wachtlijsten en personeelstekorten zijn.

Voor zorgvragers die in een verpleeghuis, verzorgingshuis of een andere woonvorm met zorg verblijven wordt momenteel de zorg – en woonfunctie volledig vergoed uit de AWBZ. Als het aan de minister ligt wordt de functie wonen gescheiden van zorg en moeten mensen huur gaan betalen. Mensen met een laag inkomen kunnen volgens de minister huurtoeslag aanvragen – dezelfde huurtoeslag die door voormalig minister Dekker al met 17,50 euro per maand is gekort en onlangs door minister Donner met nog eens 15 euro is verlaagd.

Verder vindt dit kabinet dat partners en familieleden meer ‘onbaatzuchtig’ voor elkaar moeten zorgen. Deze zogenoemde ‘gebruikelijke zorg’ zou volgens hen vanzelfsprekend moeten zijn. Maar uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat 45 procent van de mantelzorgverleners zich nu al matig tot zwaar belast voelt met deze gebruikelijke zorg, en dat dit leidt tot conflicten thuis en met hun werkgever. Ook hebben velen van hen financiële problemen doordat ze minder zijn gaan werken om voor hun partner of familielid te zorgen. Deze problemen zullen, door de stijgende inflatie en bezuinigingen op vrijwel alle collectieve en sociale voorzieningen, alleen maar toenemen.

De kortzichtigheid van het kabinet en gedoogpartner is tekenend. Niet alleen worden de meest zwakken in de samenleving geraakt, maar het kabinet snijdt ook in de eigen vingers. Veel jongeren die een PGB hebben, kunnen nu ondanks hun aandoening of ziekte nog naar vermogen maatschappelijk actief zijn. Maar zodra ze worden overgeleverd aan de grillen van de logge thuiszorgorganisaties is het nog maar de vraag of dat zo blijft.

Kunnen ze bijvoorbeeld nog duidelijke afspraken maken met hun werkgever over werktijden? De thuiszorgorganisaties kunnen per slot niet tienduizenden jongeren tegelijk om 6 uur verzorging bieden zodat ze op tijd op hun werk kunnen zijn. Ze zullen hierdoor minder aantrekkelijk zijn voor een baas, en velen van hen zullen een beroep moeten doen op de WW en later de bijstand. Niet alleen betekent dit een enorme daling in hun levensstandaard, maar ook de staat zelf zal van deze mensen minder sociale premies en loonbelasting ontvangen, en meer geld kwijt zijn aan sociale uitkeringen.

9 gedachten over “Kabinetsplannen met Persoonsgebonden Budget ziekmakend”

  1. mark rutte heeft voor hij aan de macht kwam beloofd dat er nooit aan het PGB bezuinigd zou worden.nu is hij aan de macht en doet het toch.ik noem dit puur kiezersbedrog.hij heeft de mensen voorgelogen.ze vertellen in het kabinet allemaal zo mooi dat familie en vrienden en buren en mantelzorgers voor de zwakste moeten gaan zorgen.maar mijn familie heeft mij in de steek gelaten.ik woon alleen als zwaar psychiatrische patient in een appartement van de woningstichting.ik ken mijn eigen buurman niet eens.ik heb in heel het appartement geen contact met de mensen.en kan door mijn aandoening ook geen contacten maken.ik heb geen mantelzorger.ik heb maar een klein wao over 32uur.ik kan maar amper mijn noodzakelijke boodschappen doen.nu gaan ze ook nog een eigen bijdragen in de psychiatrie vragen,ik weet niet meer hoe ik dat moet betalen.ik heb geen sociale contacten.ik ben helemaal afhankelijk van mijn vaste zorgverleners van mijn PGB.ik kan niet tegen veranderingen,dus ik zal alleen maar slechter worden als het PGB afgeschaft wordt.laat mij alstublieft mijn PGB houden zodat ik mijn vaste zorgverleners kan houden.anders moet ik ook naar een instelling van de GGZ opgenomen worden,en dat wil ik absoluut niet.

  2. Het PGB: een beloning voor gebruikelijke zorg

    Het Persoonsgebonden Budget werd ooit in het leven geroepen om die mensen die zorg nodig hadden, maar waar de erkende zorgleveranciers geen personeel meer voor hadden, van zorg te kunnen voorzien.
    Met een persoonsgebonden budget kon men vervolgens zelf zorg in gaan kopen.
    De tweede bijkomende overweging voor het invoeren van een PGB was het scheppen van vrijheid voor de zorgbehoevende burger bij de keuze van de vorm van zorg en bijpassende zorgaanbieder.
    Meer eigen verantwoordelijkheid was daarbij tevens het motto.

    Ontwikkelingen
    Met de invoering van het PGB nieuwe stijl, groeiden vervolgens de claims op AWBZ zorg met ongekende snelheid. Een nieuwe inkomstenbron was gevonden.

    Tegelijkertijd met de invoering van het PGB schoten allerlei belangen- en bemiddelclubjes en niet-toegelaten (door de zorgverzekeraars erkende) zorgaanbiederorganisaties als paddenstoelen uit de grond.
    Een nieuwe markt lag open.

    Die nieuwe ‘zorgverleners’ trokken massaal de wijken in om mensen vooral toch te bewegen zorg aan te vragen, ook al waren deze ‘zorgbehoeftigen’ heel goed in staat om voor zichzelf te zorgen.
    De indicatieorganen (RIO’s en vervolgens het CIZ) hadden te kampen met dermate grote achterstanden dat zorgclaims zonder noemenswaardig onderzoek werden toegekend.
    Verder is het natuurlijk lastig aantonen voor een niet-medisch onderlegde indicatiesteller dat iemand met een hartkwaal best in staat geacht mag worden enige huishoudelijke werkzaamheden te verrichten.

    Ouders waren in ene van mening dat de zorg voor hun eigen kroost hen eigenlijk teveel was, maar dat dit met een geldbedrag wel te verhapstukken viel.
    Hetzelfde ging vervolgens op voor al die partners die de zorg voor hun geliefden liever niet uit willen besteden, maar voor een flinke vergoeding best zelf uit kunnen voeren.
    Sociale Diensten deden er nog eens een schepje boven op door zorgbehoeftigen te bewegen een PGB aan te gaan vragen om hun zorgverlenende huisgenoten uit te kunnen betalen, opdat de Soos dat weer in mindering kon brengen op de uitkering en er voldaan werd aan de arbeidsverplichting.

    Zorgkantoren die belast zijn met de controle op een adequate besteding van de verstrekte PGB’s laten zich vervolgens met allerlei vage declaraties en verklaringen van zorgaanbieders om de tuin leiden.
    Als er überhaupt al enige controle plaatsvindt.

    Onder het motto van keuzevrijheid en meer eigen verantwoordelijkheid stegen de kosten voor AWBZ-zorg tot dermate grote hoogte dat er op andere gebieden binnen de AWBZ tekorten begonnen te ontstaan.
    Verzorging- en verpleeghuizen kregen te maken met budgetten die niet meer toereikend waren om de bewoners zelfs maar van de meest basale zorg te kunnen voorzien.
    En de premiebetaler zag de afdracht aan de AWBZ almaar stijgen en begrijpt er helemaal niets van.

    Nu is het natuurlijk niet zo dat het totale AWBZ-budget voor de PGB’s over balk gesmeten is, maar zeker in veel voorkomende situaties een uitweg heeft kunnen bieden waar de reguliere toegelaten zorgaanbieders tekort zouden zijn geschoten.
    De conclusie die echter over het algemeen gesteld mag worden is dat het PGB een beerput is van oneigenlijk, overmatig en onnodig gebruik waarbij de niet-gebruikende premiebetaler voor sinterklaas heeft mogen spelen voor degenen die het begrip keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid op een geheel eigen wijze hebben uitgelegd.

    Conclusies en aanbevelingen
    Alvorens het bepaald niet fraude- of oneigenlijk gebruik- ongevoelige, PGB in de wet te verankeren en daarmee het vermeende wachtlijst probleem op te lossen zou men er echter eerst goed aan doen eens een diepgaand onderzoek in te stellen naar het fenomeen dat het aantal PGB-houders sedert 2003 met 70.000 is gestegen van 50.000 tot 120.000. Stel daarbij dan tevens de vraag of de zorgbehoefte nu is toegenomen of eerder de zorgclaims ? En dit alles ondanks de functie gerichte indicering en de pakketmaatregelen.
    Tweede punt waar eerst wel eens aandacht aan zou mogen worden geschonken is die van het alleszins rationele uitgangspunt dat door de gemeenschap betaalde zorg aan minimale kwaliteitseisen zou moeten voldoen. Denk daarbij aan zaken als een verplichte EVC-procedure, BIG registratie e.d. voor PGB-hulpverleners.
    En derde dubieuze factor binnen het PGB verhaal is het zelfstandig en verantwoord beheer van het verstrekte PGB en de controle op een adequate besteding daar van.

    Vastgesteld kan worden dat het PGB te gevoelig is voor oneigenlijk gebruik en fraude.
    Het betreft geld van de gemeenschap en die gemeenschap heeft er recht op dat haar geld doelmatig wordt gebruikt middels de inzet van efficiënt en kwalitatief erkende zorg voor die situaties waar het daadwerkelijk nodig is en te verantwoorden.
    Voor het bieden van keuzevrijheid en meer eigen verantwoordelijkheid heb je geen PGB nodig.
    Wie zorg nodig heeft op kosten van de gemeenschap moet dat kunnen verkrijgen via erkende, toegelaten of geregistreerde zorgorganisaties.
    Dat kunnen vervolgens ook ZZP’ers zijn.
    Een toelating om zorg te verlenen zou je uitsluitend via een specifieke Zorgautoriteit moeten kunnen verkrijgen. Uitbetaling van de verleende zorg vindt alleen plaats als je over een erkenning beschikt.

    En dan de toegang tot de zorg nog even:

    Ouders hebben een zorgplicht voor hun kinderen en dat begrip mag ruimer worden getrokken dan nu het geval is.
    Als men fysiek en mentaal in staat is voor het kind te zorgen waar men tenslotte zelf voor gekozen heeft, dan hoeft de gemeenschap daar niet aan bij te dragen. En als de beperkingen bij de ouder al voor de conceptie bekend waren, dan had men feitelijk al nimmer aan kinderen moeten beginnen. Over verantwoordelijkheid en solidariteit gesproken.

    Huisgenoten/partners (al dan niet in de bijstand) die er voor kiezen voor hun zieke huisgenoot te zorgen, waarbij er geen of minder gebruik gemaakt wordt van zorg op kosten van de gemeenschap, verleen je desnoods vrijstelling van de arbeidsverplichting en een overeenkomstige uitkering voor de uren dat men door de zorgplicht niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt.
    De hoogte van de uitkering kan vervolgens maximaal 70 % van het minimumloon bedragen.

    Het PGB kan dus feitelijk worden afgeschaft, want gebruikelijke zorg hoef je niet te belonen.

    De discussie welke hier dus echter aan vooraf zou moeten gaan is die of en in welke mate een vermeende en/of geclaimde zorgbehoefte ook altijd middels gemeenschapsgeld moet worden opgelost. Het lijkt me zinvol om de toegang tot de zorg in algemene zin aan een nader onderzoek te onderwerpen. Daarbij dienen m.i. aspecten als verruiming van de gebruikelijke zorgprincipes, eigen verantwoordelijkheden bij het ontstaan van ‘zorgbehoeften’ en nadere specificatie van zorgbepalende beperkingen mee te worden genomen.
    En ga dan direct de discussie maar aan of we de AWBZ wel in stand moeten willen houden.
    Geen enkele zorgvraag is ten principale onverzekerbaar. Waarom zouden we de cure-zorg (inclusief diagnostiek) niet overhevelen naar de zorgverzekeringswet. De care kan heel goed naar de Wmo zodat integraliteit in optima forma vorm kan worden gegeven.
    En voor wonen (zonder behandeling) moeten we allemaal betalen, dus waarom zou dit nog een onderdeel moeten blijven van de zorgfinanciering.

    Maar goed….dat is weer een andere discussie…..

  3. Pragrea kopieerde:

    dat is weer een andere discussie…..

    Klopt, dat is de discussie “Lappen tekst kopiëren en plakken is tegen de REGELS” 😈

    Hele verhaal staat bijvoorbeeld op 8 spetember 2010 ook al op het Fortuyn-forum.

  4. als ik Fleur Agema op tv zie dan krijg ik altijd de neiging om haar op te zoeken en haar hoofd kaal te scheren 🙂

  5. @# 5 Shit, ik zat net een repliek te maken is ’t een copy / paste verhaal.

    Vergeleken bij het voorgenomen beleid van onze regering is het trouwens een heel genuanceerd verhaal.

    Alleen dat van hele massa’s zorgverleners die de wijk in gaan om zorgbehoeftigen te ronselen stukje, tja daar zie je dan inderdaad de geest van Pim. Het zou een tekst van Bosma kunnen zijn.

    Wat een gelul is dat zeg.

  6. Jan Schreef:

    @# 4 Shit, ik zat net een repliek te maken is ‘t een copy / paste verhaal.

    Sorry. 😳 😛

    Gewoon bij zo’n tekstlap altijd eerst even een willekeurige zin Googelen is meestal wel een handig idee. 😉

  7. De LOC, “de grootste cliëntenorganisatie in de geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijke opvang, verslavingszorg, verzorging en verpleging, thuiszorg en welzijn”, heeft alvast een actiepagina samengesteld over de geplande acties t.a.v. de langdurige zorg, m.n. maar niet alleen over het PGB.
    http://tinyurl.com/LOCactie

Reacties zijn gesloten.