Het koloniaal museum dat al bestaat

Eduard Douwes Dekker
Als het Nederlandse kolonialisme niet bekend is bij de doorsnee-Nederlander dan verdient het aanbeveling de juiste boeken te lezen. Indië, nu schijnheilig politiek-correct met terugwerkende kracht steeds vaker alleen Indonesië genoemd, weerklinkt in de Nederlandse literatuur van Multatuli en Sicco Roorda van Eysinga via Carry van Bruggen en A. Alberts tot en met Hella Haasse. “Indië” was ook het grootst en heeft de meeste mensen met achtergrond van “daar” geleverd. Met de Antillen en Suriname wordt het al moeilijker – ik pleit speciaal voor Albert Helman, maar er zijn meer namen en er kunnen er nog steeds bijkomen, wat met “Indi&euml” gaandeweg moeilijker wordt. Als we Nieuw-Guinea apart nemen is er de onlangs overleden F. Springer.

Het Nederlandse kolonialisme aan de Kaap heeft plaatselijke literatuur opgeleverd die voor het hele continent spreekt en die geen hulp of adhesie behoeft van lui die naar de apartheid terugverlangen.

De literatuur is het virtuele al bestaande koloniale museum van Nederland.

Van de kolonies op de Goudkust, thans Ghana (het historische Ghana lag een stuk meer naar het noordwesten), is de literaire echo te vinden in Arthur Japin’s De zwarte met het witte hart. En de Nederlandse invloed is zo ver gegaan dat de plaatselijke Hervormde Kerk als enige buitenlandse in die malle fusiekerk de PKN terecht is gekomen – er wonen nogal wat gelovigen inmiddels in Nederland. In Ghana weet men beter van het “Nederlandse” verleden dan omgekeerd. Hetgeen voor bijna alle Nederlandse koloniën geldt. De Nederlandse erfenis in Sri Lanka, die mede in het plaatselijke recht terug te vinden is, zal de Nederlander worst wezen. Wist u dat Angola bijvoorbeeld, of (een flink deel) van Brazilië “Nederlands” zijn geweest?

De afgelopen jaren is op twee plaatsen het Nederlands geheel of zo goed als uitgestorven zonder dat er een nationale haan naar kraaide. De miljoenentaal het Afrikaans, die zich uitstekend zelf kan redden, wordt wel bejammerd. Het misverstand hier is dat dit een “witte” taal is – de doorsnee Afrikaanstalige is donker. Weet Bosma dit?

Er valt een heleboel te zeggen over het Nederlandse kolonialisme, dat zich lang niet alleen in de tropen heeft afgespeeld. Dus op voorhand ben ik niet per se tegen thematische uitbreiding van het Tropenmuseum in Amsterdam naar het Nederlandse kolonialisme in zijn geheel. Hetgeen uiteraard iets anders betekent dan wat een politieke rioolrat als Bosma beoogt.
Met behoud van het Tropenmuseum als kenniscentrum over – de tropen, de naam zegt het al, dat wel natuurlijk. Maar de “beleidsmakers’ in Den Haag weten overal de ballen van af, dat is van te voren al duidelijk.

Bekijk dit overzicht op Wikipedia en verwonder u wat er allemaal “Nederlands” is geweest op deez’ aardkloot.

5 gedachten over “Het koloniaal museum dat al bestaat”

  1. He vreemde is dat mijn man, die autochtoon is(Egypte) , er meer over wist te vertellen dan mijn eigen familie. “Ja maar dat was toen” wordt er vaak als antwoord gegeven als ik mijn afkeer hier iets te duidelijk over uitspreek , doorvragen heeft mij geleerd dat veel Nederlanders totaal niet op de hoogte zijn
    van “ons” koloniale verleden, sommigen kunnen Nederland niet eens aanwijzen op de kaart.

  2. @Arnold: Maar de meeste van die schrijvers zijn zelf zo blank als de top der duinen. Je kent ongetwijfeld de polemiek die heeft gewoed rond Oeroeg van Hella Haasse vanwege de onoverbrugbare kloof die zij suggereerde (in 1948). Iemand met Indonesisch bloed die ik vaag ken schreef een paar jaar geleden dat hij die kritiek* onderschreef en dat de inhoud van dat boek hem stoorde, maar onlangs was hij er vol lof over. (Nou was dat laatste wel in een andere setting, meer publiekelijk, dus dan ben je wat positiever. Maar ook was hij tot voor kort nog nooit in Indonesië geweest.)
    Ik weet nooit wat ik van dergelijke discussies moet vinden. Dat veel van de indo’s die hierheen zijn gekomen voor Nl’se aanwezigheid daar waren, speelt immers ook mee. In elk geval heb ik na (verplichte lezing van) Oeroeg nooit meer de behoefte gevoeld om iets van Haasse tot me te nemen, al heb ik geen idee waarom ik het nou zo’n rotboek vond.
    (*zie http://www.groene.nl/2009/45/er-bestaan-geen-oeroegs en http://www.alfredbirney.com/het-polderproza-van-oeroeg/.)

  3. Vlakbij Xiamen is er nog een gigantisch uit de rotsen gehouwen 3D display van de heroïsche gevechten van de Chinezen tegen de Hollanders, waarbij we verdreven werden naar Formosa. Zijn ze erg trots op daar, en ze wilden het dan ook graag laten zien.

  4. @2
    Haasse noemde ik omdat zij in de publiciteit was door haar overlijden onlangs. Ik had geen bedoeling huidskleur te betrekken bij de opsomming maar het zijn inderdaad op Helman na allemaal witte schrijvers.

  5. @4
    Voor de Antillen: Carel de Haseth: “Slaaf en Meester” (vert. van “Katibu di Shon”). In deze novelle komen slaaf en meester (op de dezelfde dag geboren en samen opgegroeid) allebei aan het woord.
    In de laatste allinea’s vergelijkt de slaveneigenaar zichzelf met Kain: ….”de rest van mijn leven zal ik de gevolgen dragen van mijn daden. Het lot heeft zijn teken gebrand op het voorhoofd van mijn geweten.”

Reacties zijn gesloten.