Dikke kelen als rechtse hobby

http://www.youtube.com/watch?v=Tr_KApKBadM

Als dakloze dankzij Frank de Grave dien ik mij te vervoegen bij het zogeheten Stoelenproject – waar je ’s nachts, u raadt het al, de ruimte van een stoel kunt krijgen. Het bevindt zich aan de uiterste rand van die mooie, die fijne Jordaan. Dit weekeinde werd de ruimte waar de daklozenvoorziening is geteisterd door het zogeheten Jordaanfestival.

Het eerste dat nogal duidelijk opvalt bij dit festival is, dat het weliswaar op een plaats, een verloren hoek, in de Jordaan wordt gehouden, maar dat het verder niet per se met de Jordaan te maken heeft. De Jordaan, de Amsterdamse wijk begrensd door Brouwersgracht, Prinsengracht, Leidsegracht en Singelgracht, wordt in dit geval geheel vereenzelvigd met het Nederlandstalige lied. En niet zomaar Nederlandstalig Lied. Was het maar waar dat er in de stijl van Johnny of Tante Leen gezongen werd op die podia. De lui die uit Lelystad, Almere, Purmerend of waar dan ook vandaan komen en echt geen idee hebben waar de Groenmarktkade zich zou kunnen bevinden (of zelfs de Elandsgracht, waar de tramhalte is), komen voor een ander soort Nederlands Lied.
Het lied dat ik zonder meer het Lied van Henk en Ingrid noem, of van Henk en Henk (eventueel Ingrid en Ingrid, want er wordt erg gekoketteerd met “zo zijn” in dit genre – denk niet aan het bestaande duo H&H van die naam).

Er is voor mijn gevoel een levensgroot verschil tussen volks, als in volksmuziek, en ordinair. De Zangeres zonder Naam, of Johnny Jordaan, waren volks. Dries Roelvink is ordinair. Gordon is ordinair. Koos Alberts is ordinair. André Hazes was een grensgeval. Hij liet duidelijk blijken, met zijn LP Dit is wat ik wil dat zijn hart eigenlijk bij andere genres lag, maar ja, je hebt je hypotheek en je wil je publiek niet laten zakken. Hazes was nog net volks.
Enfin, De Telegrof sponsort zoals het hoort het festival van het ordinaire zingen, in de verloren hoek van de Jordaan.

Het merkwaardige van dit Nederlandse gelal is dat de dik aangezette keelgeluiden geïnspireerd zijn door drie voorbeelden die onveranderlijk afwisselend worden nagedaan en die geen van drieën Nederlands zijn.

Bestanddeel 1: De foute Elvis. De Elvis van O sole mio, Plaisir d’amour en meer dikkekeelnummers, waar hij vooral tegen het einde van zijn loopbaan in grossierde. Rock’n’roll/R&B-liefhebbers (als ik) kunnen niet om de King heen, daar valt niet over te marchanderen, maar Henk en Ingrid willen juist geen takkeherrie maar Mooie mesiek. It’s now or never. Die aanpak is een van de hoofdbestanddelen van Ordinair Nederlands Zingen.

Bestanddeel 2: Arnold Dorsey. Nooit van gehoord, denkt u als u de naam hoort, maar Engelbert Humperdinck is een Duitse componist van opera’s van omstreeks de vorige eeuwwisseling. Waarom de Brits-Indiase kwelerd Dorsey zich ooit van deze naam voorzien heeft mag Joost weten (maar Joost de Draaier kijkt wel mooi uit het ons te vertellen).
El Humpo zingt gevoelig, hij zingt mooi. Weten Henk en Ingrid. Hij is het gezicht van 1967, zijn versie van de countrysong Release me (als Plllllease relllllease me) stond meer dan een jaar in de Britse top-50. Geen psychedelisch prachtnummer komt zelfs maar in de buurt van zo’n sukses. 1967 was het jaar waarin definitief gezegd kon worden dat een hit niet per definitie te pruimen was en vervolgens werd het: een hit is per definitie niet te pruimen. (Of bent u toevallig wel dol op Bohemian rhapsody? daarover wellicht een andere keer).
Dorsey stak de Welshe soulzanger Tom Jones aan die jarenlang ook in het ordigenre heeft gewerkt maar die ik vergeef om zijn Chills and fever en andere Northern-Soulclassics en om hoe hij zich nu profileert.

Bestanddeel 3: Tony Christie. Naar mijn weten heeft deze zingende ramp maar een knaller op zijn naam, maar die is maatgevend. Het was de emancipatie van het lalalalalalalala. Ik bedoel Is this the way to Amarillo, ik heb het vanaf mijn stoel zeker drie keer horen langskomen. Als je geen tekst hebt dan ga je lalalala, “lallen” zogezeid.
Geen tekst, en geen ritme.
Henk en Ingrid zijn ook dol op de klompendans, gabberen is hun niet vreemd. Maar dat blijft achterwege op het Jordaanfestival. Daar hoor je Mooi Gezang. In de stijl van Foute Elvis, El Humpo en Tony lalalalalalalala Christie. Nederlands?
Merkwaardig dat voor deze rechtse hobby een heel stuk van de stad overhoop gehaald mag worden.

14 gedachten over “Dikke kelen als rechtse hobby”

  1. Geen blaaskapellen a la Ernst Mosch.
    Goh, wat lopen ze in Amsterdam ver achter op Limburg.
    Veel werk aan de winkel voor de PVV.

  2. De traditie van het ordinaire genre noemen Henk & Ingrid `Mooie muziek’.
    Staat bijna altijd in C, (biertoonladder) Op gitaar volstaan simpele C-F-G grepen, op keyboard slechts de witte toetsen. Begeleid door een voorgekozen ritmeboxprogramma in mars, vierkwart up-beat, of een roezige driekwart met de nadruk op de eerste tel. Voor eenvoudige notenlezers zijn er dan geen kruisen en mollen nodig. Mineuren houden ze niet zo van.
    Vader Abraham zorgde voor een doorbraak in dezen, werd onsterfelijk beroemd door zijn C-mineur wending in `Daar in het kleine café aan de haven.’
    Sindsdien wordt dat `sombere gedeelte’ (wat eerst taboe was) bij platte muziek van het banale bruinekroegenamusement beschouwd als een vondst die wordt nagebauwd door talloze zingende kropgezwellen van het valse sentiment.
    Lee Towers, onze zingende kraandrijver uit Rotjeknor, deed daar nog een schepje bovenop.
    En zodoende wordt elke wijk rondom een Nederlands voetbalstadion maandelijks vergast op tienduizendkoppig gekweel van `You never stand alone’. Weliswaar niet Hollandstalig maar qua melodiewisseling, klank en `Leidenschaftsgefühl’ aansprekend genoeg voor Henk & Ingrid om mee te pronken als meezinger, want de Duitse Schlagers die ze eerst mooi vonden werden veel te ingewikkeld na 1970.

  3. Tros muziekfeest op het plein is het ergst van het ergst op tv. Die Volendamse zangers iedere week weer op een ander plein aangevuld met Dries, Gordon, etc. Alleen Hind probeert uit dat genre te ontsnappen.
    En die mensen op die pleinen ook he. Dat is Henk en Ingrid en de hele Febo-cultuur bij elkaar! Febo-cultuur klinkt beter dan white trash.

  4. En het jatten van mediterraanse juweeltjes door Hazes en Borsato, is dat ook vals?
    Volgens Hagenees Marcel Kuypers (van o.a. Snake Charming en de Dopegezinde Gemeente) zijn smartlappen nauw verwant aan oosterse en Oost-Europese muziek: “Ik loop al jarenlang rond met twee koppen. Ik hou van klezmer en ik heb altijd een voorkeur gehad voor popliedjes met een oosterse of Oost-Europese inslag. Die hoor je ook in sommige Nederlandstalige smartlappen. Die speel ik dus ook. Zodra je iets doet wat op een smartlap lijkt, weten mensen in het publiek er nog vier te noemen die ze graag willen horen. [..] Klezmer is vrolijk en droevig tegelijk. Misschien beginnen die twee koppen van me langzamerhand één kop te worden. Het nummer ‘Money’ bijvoorbeeld heeft een zevenkwartsmaat. Veel oriëntaalse nummers hebben dat ook.”

  5. @2
    Ik heb wel eens mensen van de technovloer gelokt (ander zaaltje) met het origineel van You’ll never walk alone: “This is f***ing beautiful, what is it?” Niet te herkennen dus… je kunt het ook niet meebrullen.

  6. @4
    Mediterrane juweeltjes, ach ik weet het niet.
    Ik vond “You don’t have to say you love me” ook verraad van Dusty Springfield, en dat is een Italiaans jammernummer van huis uit (de titel is juist: Ik kan niet leven zonder jou).
    En nou hoor ik weer dat Tony Christie eigenlijk best intelligente nummers heeft gedaan verder (Walk like a panther). Ik werp maar wat balletjes op.

  7. Leve het internet, leve youtube

    release me van E H te zien als een soort soft porno clip uit de de jaren 80
    bijna 1.600.000 keer gezien
    Mijn hemel wat heb ik gemist op de Appeltjesmarkt dit weekend

  8. Joke Mizée Schreef:

    En het jatten van mediterraanse juweeltjes door Hazes en Borsato, is dat ook vals?

    Daar is Willy Alberti mee begonnen, de vader van Willeke. Hij heette toen Carel Verbrugge, geboren in de Konijnenstraat in de Jordaan. Trad wel eens op met zijn neef Jantje van Musscher, die later bekend zou worden als Johnny Jordaanhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Willy_Alberti
    Hij werd nationaal bekend door zijn vetkelige Jordaanse versie van `O, sole Mio’. (waar Elvis trouwens ook op heeft geteerd) En meer van dat soort vertaalde Mediterraanse maffiamandolinebocht in het `Tenore Napolitano’ -genre.
    Zij dochter heet dus Willeke Verbrugge, klinkt toch Hollandser maar in die tijd slijmde men graag mee met Italianen, iets waar Henk & Ingrid thans van grúwen omdat je je niet inlaat met búitenlanders.
    Dat hóórt niet zo. Ondanks dat de Berlusconifiguur hen heimelijk zeker zal behagen om zijn ophemeling van vulgair driftleven.

  9. Je kunt van dat Nederlandstalige gebler van Gordon of hoe ze ook allemaal mogen heten wel of niet houden, maar om hun muziek meteen een etiket op te plakken, lijkt mij niet helemaal terecht. Muziek is goed of slecht, maar niet links of rechts (de inhoud kan inderdaad een politieke lading hebben) maar ritme en melodie zijn dat niet. Muziek kan aan die laatste twee dingen natuurlijk wel weer een tekort hebben, maar dat heeft niets met politiek te maken, eerder met een gebrek aan talent.

  10. Harry F. Kriele Schreef:

    Muziek is goed of slecht, maar niet links of rechts (de inhoud kan inderdaad een politieke lading hebben) maar ritme en melodie zijn dat niet.

    Muziek goed of slecht, maakt politiek niks uit, maar ritme & melodie kunnen wel degelijk gekleurd zijn in progressief of conservatief (om de begrippen links & rechts even te vermijden)
    Dat zit het hem in de tempi, de accenten, bij rechts meestal de crescendo’s naar marsorders van de dirigent/orkestleider.
    Bruine kroegcircuit-orkesten vormen slag apart, die zijn, hoewel slecht in de maat en uit toon, begerig naar de reacties op hun pseudo-muzikaal opwekken van ouwe jongens krentenkoeksentimenten wat ook vet rechts is.
    Maar van zelfbewuste en vooruitziende zijde staat daartegenover de coole groove die alleen samen linksom kan worden gespeeld en beleefd, zoals pakweg in reggae en hiphop of in het verzameld werk van Pink Floyd bijvoorbeeld.

  11. Over het algemeen is marsmuziek rechts, maar er is in de jaren dertig vorige eeuw anders ook wel heel wat linkse marsmuziek gemaakt, alhoewel die veelal minder soldatesk was, maar het was ook muziek met een mars-ritme. Ernst Busch heeft bijvoorbeeld van die liedjes gemaakt in de jaren dertig, deze waren toch duidelijk links met een marsritme. Ik vind het echter niet verstandig muziek of andere vormen van kunst te politiseren, zoals bepaalde regimes dat ook hebben gedaan, die zeiden dan wat ‘men mooi moest vinden’ en de rest was ‘entartet’ of ‘sociaal onrealistisch’. Dat je iets niet mooi of prettig vindt om te horen, is een ding, een politieke voorkeur is iets anders.

Reacties zijn gesloten.