De verraden kolonie

De Nederlandse vergetelheid ten aanzien van West-Papua deel 2; deel 1 staat hier

Kan een koloniserende macht iets anders plegen dan verraad jegens de onderworpenen?
De Tweede Wereldoorlog had laten zien dat de Europeanen niet onverslaanbaar waren: Japan had een groot deel van Zuidoost-Azië veroverd en onderworpen. Het loslaten van de koloniën was onontkoombaar toen Japan door het meest barbaarse geweld dat denkbaar is (er zijn dus gradaties…) verslagen was. Nederland was het hardnekkigst in het ontkennen dat het voorbij was, het kon de hoofdstroom van Indonesische nationalisten niet als communist verkopen, zoals de Fransen in Vietnam en de Britten in Maleisië. Toen Nederland het dan toch opgaf in 1949 hield het het westelijk deel van het eiland Nieuw-Guinea apart als kolonie, spoedig rijksdeel genoemd.

De pragmatische reden voor deze afscheiding van het oorspronkelijke Nederlands Oost-Indië was: de mogelijkheid handhaven voor duizenden Nederlanders in de tropen te blijven wonen. Er was en is natuurlijk ook een reden die het in koloniale kringen altijd goed doet: de bevolking van Nieuw-Guinea, hoewel historisch wel in contact met de archipel – sommige kuststreken waren islamitisch – maar in etnische zin was en is er een flinke kloof met de westelijke grote eilanden in Indonesië, die dominant zijn. Papoea’s zijn zwart, Indonesiërs in doorsnee bruin (er zijn ook Melanesische gebieden binnen het Indonesië van 1949). Pas laat in de korte tijd die Nederland nog beschoren was op het eiland werd onderwijs in het Nederlands ingevoerd voor de “inlanders”, iets wat ook in Indonesië een tijdlang uitdrukkelijk niet was toegelaten. Onderwijs in een Europese taal werd gezien als een sleutel tot ontwikkeling in een land met meer dan 320 plaatselijke talen.

Geheel in de geest des tijds was het de bedoeling de bevolking voor te bereiden op onafhankelijkheid, wat ongestrafte koloniale moordpartijen nog steeds niet in de weg stond. Indonesië onder Soekarno eiste echter West-Nieuw_Guinea als voormalig onderdeel van voormalig Nederlands Oost-Indië op (“Van Sabang tot Merauke” moest het zijn). Het Nederlandse streven naar onafhankelijkheid voor het land in 1970 was hiermee niet in overeenstemming te brengen.

Op 1 december 1961, binnenkort dus zestig jaar geleden, kreeg Nederlands Nieuw-Guinea een rudimentair parlement, de Nieuw-Guinearaad, een eigen vlag die uitdrukkelijk werd gehesen die dag – de morgenstervlag, nog steeds het symbool bij uitstek voor naar onafhankelijkheid strevende inwoners van West-Papua.

Nieuw-Guinea kreeg ook een eigen volkslied. Dit alles was niet naar de zin van Indonesië, en de aanspraken werden door een groot deel van de VN-leden – veel nieuwe pas onafhankelijk geworden staten – gesteund, alsmede door Het Nederlandse Bedrijfsleven onder de hoede van Prins Bernhard. Tegenstanders van een onafhankelijk Nieuw-Guinea vonden een gewillig oor in Washington bij de regering van Kennedy. Die drong er tenslotte op aan het onafhankelijkheidsstreven op te geven en Nederlands Nieuw-Guinea als (toen geheten:) Irian Barat over te dragen aan Indonesië. De inwoners werd hierover niets gevraagd. Op 1 oktober 1962 werd het Nederlandse rijksdeel onder tijdelijk bestuur van de Verenigde Naties geplaatst. Binnen enkele maanden was het gebied ontnederlandst – de hoofdstad Hollandia werd Kota Baru. (De naam Hollandia was ooit gegeven aan Numbay, een plaats dicht gelegen bij Duits Nieuw-Guinea, om de Nederlandse aanspraken op de westelijke helft van het eiland te onderstrepen). Kota Baru werd al spoedig Soekarnopura, en toen Soekarno afgezet en in ongenade was werd het Jayapura, zoals de stad officieel nog steeds heet.

Op 1 mei 1963 werd de soevereiniteit over het land overgegeven aan Indonesië. Als schaamlapje voor het niet-raadplegen van de bevolking werd een referendum voor 1969 bij verdrag vastgelegd, waarbij men kon kiezen voor alsnog onafhankelijkheid of definitieve aansluiting bij Indonesië. Dit referendum is er niet gekomen omdat de Indonesische overheid de bevolking te primitief verklaarde voor een verkiezing. Dit maakte niet veel uit want ook in Indonesië zelf werden geen verkiezingen gehouden. Alleen was de verplichting wel bij verdrag geregeld, en als verdragspartner vond Nederland het allang best dat er een schijnvertoning met “stamhoofden” werd gehouden, die toevallig allemaal voor Indonesië stemden. Een beproefde koloniale truc.

Maar hier moet het lot van de bewoners van West-Papua in verband gezien worden met hoe het na 1963 verder ging met Indonesië. Soekarno had zich tot president voor het leven uitgeroepen en Indonesië zou een “geleide democratie” zijn. De genaaste (zo zei men het toen) Nederlandse bedrijven in voormalig Nederlands Oost-Indië werden onder beheer van het leger geplaatst. Zo werd het leger een grote economische ne politieke macht, een situatie die veel voormalige koloniën kenmerkt: niet een land met een leger, maar een leger met een land. En dat leger werd vanuit Washington aangestuurd tot een staatsgreep tegen Soekarno, die naar de mening van de machthebbers in de VS te veel zijn oren liet hangen naar de communisten. Indonesië had de grootste communistische partij buiten het “communistische blok”.
In 1965 greep het leger ook definitief de macht onder Soeharto. Formeel volgde hij pas in 1967 Soekarno op, die toch algemeen gezien werd als de vader des vaderlands. Het “buitenlands bedrijfsleven”, waaronder de Koninklijke Olie oftewel Shell, kreeg vrij baan. Een jaar lang vonden er moordpartijen tegen vermeende of echte communisten (vaak werd Chinese achtergrond als bewijs van communisme gezien) en werden mensen in concentratiekampen opgesloten. Het aantal doden van deze campagne zal wel nooit precies bekend worden, de schattingen lopen van een half tot een miljoen. Een vergeten genocidaal project.

In deze context moest het komende referendum van 1969 in Nieuw-Guinea gezien worden. Ook organiseerde het regime bevolkingsverplaatsing van mensen van Java en Madura naar Irian/Nieuw-Guinea, transmigrasi, een beleid dat nog steeds gevoerd wordt en intussen er toe geleid heeft dat de Papoea’s een minderheid in eigen land zijn geworden. Dat klinkt bekend nietwaar?

Nog een tijdje dacht men in Nederland dat de bevolking van West-Papua met weemoed naar de Nederlandse koloniale tijd terugkeek. Voorzover men een gedachte aan het land wijdde, want het verraad van 1962 en vervolgens van 1969 levert geen fraaie bladzijde op in de Vaderlandsche Geschiedenis. U zult er dus waarschijnlijk op school niet over gehoord hebben. Daar is het niet de enige moedwillig vergeten kolonie mee, het is wel de meest recente.

  • * wordt vervolgd *