Een tijdje terug schreef Stephan Sanders een column getiteld “Is er ruimte voor de dissidente zwarte stem?” waarin hij de zwarte gemeenschap om ruimte vraagt voor een “tegendraads, individueel en superieur” geluid. Wat mij bovenal fascineerde is de manier waarop de identiteit van dissident wordt geclaimd voor een positie die overduidelijk ten dienste staat van de gevestigde orde.
Een man die spreekt vanuit een geprivilegieerde positie omdat hij toegang heeft tot de media, vraagt de dissidente stemmen die dat niet vanzelfsprekend hebben, of hij de ruimte krijgt om anders te zijn. Überhaupt heeft hij die ruimte dus al en neemt hij deze ook. Het anders-zijn waar Sanders ruimte voor claimt is niet de positie van maatschappelijke dissident maar juist die van conformist: iemand die zich comfortabel voelt bij de status quo. Stephan Sanders is een conformist die zich presenteert als rebel.
Eenzelfde positie nam Stephan Sanders in in een debat met ondergetekende. Het liberale individualisme van Sanders fascineert me, bovenal de manier waarop het zich keert tegen emancipatie op basis van groepsidentiteiten. Wat mij aanzette tot een korte rant over de rebelse conformist. (Lees verder bij de bron van dit bericht)
Via: (het blog van) Merijn Oudenampsen